De volgende ochtend werd ik wakker door het diffuse licht dat mijn gezicht bescheen en merkte dat de plek naast me leeg was. Jean-Pauls’ kleding lag niet meer op de stoel. Het raam stond op een kier en het geruis van de wind door de eikenbomen en het gekwinkeleer van vrolijk fluitende vogels maakte me alert. Ik bleef even bewegingsloos liggen om te luisteren, ik herkende de Alpenzwaluw en de staartmezen.
Toen drongen de geluiden van beneden tot me door. Een fluitende waterketel, stromend water uit de kraan, aardewerk borden en mokken, die op een houten dienblad werden gezet. De geur van vers gebakken croissants en stokbrood drong mijn neusgaten binnen. Ik stapte uit bed, trok de ochtendjas aan die Jean-Paul had klaar gelegd en sloop zo zacht mogelijk de houten trap af. Ik hoorde zijn stem, hij sprak met iemand, maar ik kon niet horen met wie. Ik ving nog net een laatste flard op van het gesprek. ‘Mon cher, ne pleure pas, la semaine prochaine je suis de retour en France, puis…
De laatste traptrede kraakte onder mijn voetstap. Jean-Paul keek verschrikt om en maakte zijn zin niet af. Hij drukte het gesprek op zijn mobiel weg en kwam naar me toe. ‘Liefste heb je lekker geslapen? Ik maak een ‘petit dejeuner’ en wilde je komen wekken om op het zonnige terras te ontbijten. Wat zie je er toch geweldig uit. De lange nachtrust heeft je goed gedaan.’
Ik werd overrompeld door zijn liefdevolle begroeting, vergat even wat ik zo juist gehoord had en liep als een braaf hondje achter hem aan het terras op. De rest van de dag schonk ik er geen aandacht meer aan. We hadden het beiden te druk met het schoonmaken van het huis.
Twee maanden na mijn kennismaking met deze eenzame plek, liet hij mij voor het eerst alleen onder het mom van een bezoek aan een ver familielid. Hij vond het niet verstandig om mij mee te nemen, ik zou me er toch niet thuis voelen. Langer dan een paar dagen zou hij niet weg blijven. Er was genoeg eten en drinken voor een maand. In de kast stonden wat Franse romans van Simone de Beauvoir en Francoise Sagan. Hiermee kon ik mijn Frans wat opvijzelen.
De paar dagen werden drie weken. Elke keer als ik hem probeerde te bellen, kreeg ik de voicemail. Hij belde me niet terug. Ik werd doodongerust, ik kende de omgeving niet, had geen auto en er was heel vaak geen internetverbinding in dit door God verlaten gebied.
Op een avond stond hij ineens voor mijn neus, een prachtig boeket bloemen in zijn ene hand, een fles dure Chateau Mouton Rothschild in de andere. Hij omhelsde me, verontschuldigde zich voor zijn langdurige afwezigheid en stelde me gerust. Hij had zijn mobiel verloren, een nieuwe gekocht en kreeg steeds geen verbinding toen hij mij probeerde te bellen.
De heerlijke rode wijn, zijn liefdevolle aandacht en de geweldige seks deden me vergeten en vergeven. We maakten in de weken daarna lange wandelingen in de bergen. Hij leerde me te luisteren naar voor mij onbekende geluiden van de natuur en te letten op de veranderende weersomstandigheden. Ook wees hij op schuilplaatsen in de rotsen. Verder beperkten onze uitstapjes naar de bewoonde wereld zich tot de supermarkt in Clermond-Ferrand, waar we dan daarna een heerlijke maaltijd genoten in het luxe restaurant Avenue of het chique restaurant met de moeilijke naam Le Duguesclin.
Zijn derde langdurige vertrek, zonder verklaring, de telefoontjes waarvan ik flarden opving, als hij dacht dat ik al sliep en zijn zwijgzaamheid maakte me achterdochtig. Ik begon vragen te stellen.
‘Waar ga je heen? Waarom kan ik niet mee? Wie is die persoon met wie je steeds belt. Waarom meld je je vertrek niet eerder, zodat ik mijn zus kan laten overkomen? Ik word gek in dit verlaten oord. Ik heb ook behoefte aan gezelschap. De laatste keer dat ik mijn zus Marion sprak is vier weken geleden.’
Mijn spervuur aan vragen irriteerde hem, hij weigerde antwoord te geven. Toen ik aan bleef dringen, schoten zijn ogen vol vuur en haalde hij uit met vlakke hand. Een pijnlijke, rode plek sierde mijn wang. Daarna vertrok hij en griste mijn mobiel en Ipad van de keukentafel. Hij smeet de deur dicht en ik hoorde nog net dat hij met hoge snelheid achteruit de oprit af reed. Weer zat ik weken in onzekerheid.
Tijdens zijn afwezigheid begon ik rond te snuffelen in het huis. Ik doorzocht kasten, die tot nu toe gesloten waren gebleven, keek in laatjes op zoek naar …, ja waarnaar eigenlijk? Ik opende het luik van de zolder, daar was ik nog niet eerder geweest. Onder een dikke laag stof en omhuld door spinrag stond in de hoek een oude, houten kist. Hij was op slot. Gedreven door mijn nieuwsgierigheid besloot ik het slot stuk te slaan met een hamer.
Ik kreeg de schrik van mijn leven, deze kist bevatte een heel geheim leven van de man die ik liefhad, de charmeur voor wie ik alles achtergelaten had wat me lief was en in wie ik al mijn vertrouwen had gesteld. Ik was blind voor hem gegaan.
In de kist lagen fotoalbums, mappen met keurig geordende documenten, kaarten, babykleding, een versleten knuffel en de verkoopakte van de boerderij die zijn ouders hem hadden nagelaten. Ik haalde er een klein, vierkant fotoalbum uit. Dit bevatte foto’s van een beeldschone, donkerharige vrouw in een roomwitte trouwjurk, verliefd opkijkend naar de man, die naast haar stond in een antraciet grijs kostuum met een stropdas in een prachtige kleur blauw, passend bij zijn stralende, fluorescerende blauwe ogen. In haar boeket waren in dezelfde tint bloemen verwerkt. Op de volgende bladzijden werd ik getuige van herinneringen, die ze samen beleefd hadden. Vakanties op de Griekse eilanden, terrasjes in de haven van St. Tropez, wintersportvakanties in Gstaad. Niets leek een gelukkig leven in de weg te staan. Alle foto’s lieten een echtpaar zien, dat het er goed van nam.
Ergens in het midden van het album zag ik een foto van een klein jochie. Hij leek ontzettend veel op Jean-Paul. Het zou hem zelfs kunnen zijn, maar de datum op de achterkant liet een recentere datum zien: juni 2009. Wie was dit kleine, naamloze jongetje van amper 2 jaar?
Wordt vervolgd
Het piramideverhaal “de Verdwijning” is als idee ontstaan op de laatste dag van de schrijfcursus bij Tessa de Loo in Portugal in april 2015. De vijf schrijvers Cor, Ingrid, Joke, Margareth en Lisanne hebben hun eigen stijl in een spannend kort verhaal samengebracht. Volgens Tessa is het een mixture van een paar succesvolle Nederlandse thrillerschrijfsters. Oordeel zelf en laat je verrassen door de karakters Jean-Paul en Susanne…
Ook leuk om te lezen
Win een jaarabonnement op Schrijven Magazine