Toen de hoofdredacteur haar belde nadat ze had gesolliciteerd op een super leuke baan op de redactie van een grote krant, kon Josje haar geluk niet op. Eindelijk de baan van haar leven. Ze werkt er nu een paar maanden en vindt het werk heel leuk. “Maar die irritante gewoonte van mijn collega drijft mij tot waanzin.”
Thuis
Jarenlang werkte Josje in de zorg omdat ze dacht dat ze daar voor was gemaakt. “Als meisje riep ik al dat als ik groot was, in een ziekenhuis wilde werken om te zorgen voor mensen. Ik was ook een echt poppenmoedertje en dat zorgen zat er dus echt wel in.” Ze werkt jaren op verschillende afdelingen in een ziekenhuis tot dat ze thuis komt te zitten met allerlei vage klachten. “Opgebrand, stelde mijn huisarts vast. Huh? Hoe kom ik daar nou aan? Ik heb de tijd dat ik thuiszat gebruikt om na te denken en ik kwam tot de ontdekking dat ik de zorg eigenlijk helemaal niet meer zo leuk vond. De werkdruk was torenhoog en veel collega’s veranderden van baan of werden net als ik ziek.”
Schrijven voor personeelsblad
Naast haar zorgende taken in het ziekenhuis, schreef Josje voor het personeelsblad. “De redactie van het personeelsblad vroeg me of ik mee wilde werken aan het blad. Ik zei ja, en ik ben aan de gang gegaan. Ik interviewde artsen en patiënten en kreeg ik complimentjes over mijn schrijfstijl. Het was iets dat ik kon en waarin ook echt heel veel plezier had.” Tijdens haar uitval nam Josje een besluit: ze wilde het roer omgooien. Ze volgde journalistieke cursussen en toen ze een advertentie bij een krant zag staan, waagde ze het erop. “Ik was zo zenuwachtig toen ik door de hoofdredacteur werd uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek dat ik bang was dat ik het zou verprutsen.”
Ze drijft me tot wanhoop
Niets is minder waar want Josje wordt aangenomen. Drie dagen werkt ze op de redactie, de andere dagen zoekt ze de verhalen buiten haar bureau. “Ideaal. Drie dagen doe ik eindredactiewerk en schrijf ik mijn interviews uit en de andere dagen jaag ik op nieuws. Blij ben ik met mijn collega’s waarvan ik elke dag nog steeds veel leer.” Er is alleen één collega die Josje tot wanhoop drijft: Lotte. “Lotte zit naast mij. Ze is een schat hoor, maar ze klaagt constant. Ze klaagt over de stukken die ze moet schrijven en waarvan ze het onderwerp niet leuk vindt. Maar ook klaagt ze bijvoorbeeld ook over de outfit van de redactiechef, op de een of andere manier moet ze altijd negatief zijn.”
Zuchten, steunen en roddelen
Het vervelende is dat Josje veel moet samenwerken met Lotte. “Was in het begin geen probleem maar toen ik ontdekte dat Lotte almaar aan het zuchten, steunen en roddelen is, ben ik er nu klaar mee. Het is zo demotiverend om met zo’n zeur samen te werken, ik kan dat bijna niet meer opbrengen. Maar ik wil er ook niet over klagen bij de chef, want Lotte is een sterschrijfster en dat klagen doet ze tegen mij, niet als er anderen bij zijn. Als ik erover begin bij mijn leidinggevende, dan gelooft hij me natuurlijk nooit want denkt-ie misschien wel dat ik de klager ben. Straks kom ik mijn proeftijd niet door en niet omdat ik beroerd werk aflever, maar omdat ik last heb van een altijd en eeuwig klagende collega. Wat moet ik daar nou weer mee? Dat geklaag is een irritante gewoonte waarvan ik knettergek word.”
Klagende collega’s, heb jij ze? En hoe ga je met ze om? Zeg je er wat van, vriendelijk of boos? Wat moet Josje volgens jou doen? Praat mee in de comments onder dit artikel.
Bovenste afbeelding: Ashwin Vaswani via Unsplash
Sanna’s dochter krijgt bijles voor 5 vakken: “We willen dat ze geneeskunde gaat studeren”
Sanna vertelt over haar dochter: “Frederike is 15 jaar en zit in 4 vwo. Ze is een ijverige leerling, maar het kost haar moeite om in de drukke klas voldoende informatie op te nemen. Tot vorig schooljaar haalde ze met moeite zessen en zevens. Helemaal geen slechte cijfers natuurlijk, maar zowel Frederike als wij zien haar graag naar de studie geneeskunde gaan. Haar vader is arts, haar opa was arts en het zou geweldig zijn als zij dit kan voortzetten… LEES HIER VERDER!