Hoe fijn is het als je van je werk houdt en het zelfs een fijne afleiding is van je dagelijkse leven. Bij Anne is dat zeker het geval. Na een lastige periode is ze blij dat ze weer aan het werk kan. “Maar mijn collega’s zijn heel nieuwsgierig en willen weten waarom ik een tijdje afwezig was…”
Oh nee!
Heerlijk vindt Anne het weer om drie dagen per week naar haar werk te gaan. “Ja, ik ben zo blij dat ik weer lekker kan werken, ik heb dat echt gemist.” Zes weken lang zat Anne thuis en dat was niet voor niets. “Tussen mij en mijn man Jelmer ging het een tijdje niet zo heel goed. Drie maanden geleden stond Jelmer opeens midden op de dag voor mijn neus. Ik vroeg hem of hij ziek was, maar hij schudde zijn hoofd. Wat is er dan, wilde ik weten. En toen kwam het hoge woord eruit: Jelmer was op zijn werk op non-actief gezet door een raar incident met een vrouwelijke collega.”
Impact op relatie
Niet iets wat je onmiddellijk met iedereen bespreekt. “Ik heb me heel eenzaam gevoeld in die periode. Jelmer heeft me verteld wat er speelde en dat hij er min of meer is ingeluisd door zijn vrouwelijke collega, maar ik twijfel enorm. Je wordt toch niet zo maar op non-actief gezet? Het hele akkefietje heeft onwijs veel impact gehad op mijn relatie met Jelmer. We hebben veel gepraat en ik heb besloten hem te geloven en achter hem te staan.” Leuk was de afgelopen periode zeker niet. “Nee, Jelmer was nou niet bepaald het zonnetje in huis. Hij solliciteert als een malle maar het wil maar niet lukken.”
Pieker me suf
Nog maar een paar keer is Jelmer uitgenodigd voor een gesprek bij een bedrijf, maar steeds weer werd hij niet aangenomen. “Het lijkt erop dat iedereen van zijn situatie van zijn vorige baan afweet en hij gewoon geen eerlijke kans krijgt. Jelmer blijft doorgaan met jagen op een baantje, maar de moed is mij allang in mijn schoenen gezakt. Ik heb er last van, heb het gevoel dat er continu over Jelmer wordt geroddeld. Hele nachten heb ik liggen piekeren, ik kon de slaap maar niet pakken en ’s ochtends werd ik zo vreselijk moe wakker dat ik mijn bed niet of nauwelijks uit kon komen.”
Even bijtanken
Natuurlijk viel het collega’s op het werk op dat Anne er niet heel florissant uitzag. “Ik probeerde zo normaal mogelijk te doen, maar dat lukte niet. Mijn leidinggevende adviseerde me tijdens een gesprek om me ziek te melden en dat heb ik gedaan. Kon ik even bijtanken.” Dat bijtanken is gelukt en na zes weken is Anne weer klaar om naar het werk te gaan. “Jelmer heeft nog steeds geen andere baan, maar ik snak zo naar het gewone leven, ik moet frisse lucht.”
Vertel, vertel, vertel
Weer aan het werk gaan, bevalt Anne goed. “Zo fijn om ’s ochtends de deur achter me dicht te trekken om uit de benauwende bubbel waarin Jelmer en ik nu zitten, te ontsnappen. Kantoor is een fijne afleiding om thuis de boel de boel te laten.” Haar collega’s zijn blij dat Anne weer achter haar bureau zit, maar zijn razend benieuwd wat er nou aan de hand was met haar. “Ik werk met veel vrouwen samen, en ja die zijn nieuwsgierig. Liever praat ik er niet over, deels uit schaamte over wat Jelmer is overkomen en deels omdat ik er gewoon even niet mee bezig wil zijn.” En dus antwoordt Anne als de zoveelste collega aan haar bureau komt met de vraag wat er was, dat ze er niet over wil praten. “Ik wil gewoon werken en even niet aan thuis denken.”
Leugentjes
De dames van kantoor laten niet los en blijven aanhouden. “Ik heb maar gezegd dat ik lichamelijk niet in orde was om ervan af te zijn. Mislukt, want dan willen ze weer weten wat er met mijn gezondheid was. Ik zit een beetje verstrikt in mijn eigen leugentjes terwijl ik alleen maar wil werken.” Anne zit er mee en had graag erover gepraat met een leidinggevende, die zelf een tijdje is uitgeschakeld. “Jammer, want met Jaap kan ik heel goed praten. Maar ik ga hem natuurlijk niet lastigvallen terwijl hij zelf ziek is.”
Ik wil gewoon werken
Dus neemt Anne een goede vriendin in vertrouwen. “Moon heb ik het hele verhaal verteld en ook over de toestand op mijn werk. Ze adviseerde me om een afspraak te maken met de vertrouwenspersoon of HR-manager op het werk om dit te bespreken. Anders gaat het misschien wel uit de hand lopen, denkt Moon. Ik snap dat ze het zegt, maar ik twijfel of ik haar raad moet opvolgen. Misschien wordt dit alles dan weer zo groot gemaakt en waar ik bang voor ben is dat mijn privé mijn werksituatie binnendringt. Dat wil ik echt voorkomen want dat moet gescheiden blijven. Wat moet ik nou? Het enige dat ik wil, is mijn werk doen.”
Heb jij ook van die nieuwsgierige collega’s die alles van je willen weten? Hoe veel vertel jij collega’s over je prive situatie? Zijn je collega’s ook een beetje je vrienden of juist niet? Hoe ga jij met ze om? En wat raad je Anne aan? We zijn heel benieuwd, praat mee in de comments onder dit artikel.
Bovenste afbeelding: Unsplash+
Joris -
De eerste keer zeg je dat het privé is. De tweede keer zeg je dat het écht privé is. De derde keer zeg je dat je al tweemaal eerder hebt aangegeven dat het privé is en dat ze moeten ophouden ernaar te vragen omdat je er anders een melding maakt bij HR. En dat dan ook daadwerkelijk doen. Stelletje prutsers.
Maar waarom is je man op zoek naar een ‘baantje’ als er slechts sprake is van een non-actiefstelling? Die loopt toch af, waarna hij weer gewoon aan het werk kan? Is het onderzoek afgerond? Of volgde er ontslag op staande voet op basis van het onderzoek, en heb je dat hier weggelaten? Ik ben zó benieuwd. Dit voelt als een half verhaal.