Dolblij was Astrid toen ze zwanger bleek te zijn. “Ik was tweeënveertig en eindelijk was het gelukt. Mijn man en ik stonden op het punt de medische molen in te gaan. Zoals iedereen zegt: laat het los, dan komt het vanzelf. In dit geval was het zo.” Hun dochter Amelie is ruim een jaar en drinkt nog steeds aan Astrids borst. “Verdrietig word ik van alle opmerkingen die ik naar mijn hoofd krijg geslingerd.”
Amelie is een vrolijk meisje dat sinds kort kan lopen. “Ze is watervlug, ik moet haar echt continu in de gaten houden. Ze trekt zich op aan de tafel en stiefelt de kamer door.” Toen Astrid zwanger was, wist ze het zeker: ze wilde als het enigszins kon borstvoeding geven. “Ik zag mezelf altijd voor me als een moeder met een baby aan haar borst. Een groot gezin is ons niet gegund, maar ik ben zo blij met dit kleine meisje.” Ze droomde van vier kinderen. Een groot gezin rondom een grote tafel. Kibbelend, lachend en levendig. “Mijn man deelde mijn droom. Ik was in totaal vijf keer in verwachting. Vier van de vijf zwangerschappen eindigden in een miskraam. De vierde was in de achtste maand, we waren in de veronderstelling dat het nu goed ging.” De zwangerschap van Amelie was zwaar, maar Astrid klaagde nooit. Misselijk? Ze vond het heerlijk, het betekende immers dat er leven in haar buik zat. Dat twee harten in haar lijf klopten.
Ik geniet er elke dag van
Met haar verloskundige had ze goed contact. Toen zij vroeg of ze borstvoeding wilde geven, aarzelde Astrid geen moment. “Mijn verloskundige heeft me door de eerste tijd heen gesleurd. Amelie nam mijn borst in eerste instantie niet. Aanleggen ging moeilijk. Maar na een aantal dagen had ze de slag te pakken. Ik geniet er elke keer weer van als zij zo lief drinkt.”
Respectloos en kwetsend
Gemiddeld stoppen vrouwen na een half jaar met het geven van borstvoeding omdat ze weer aan het werk gaan en het niet zien zitten te kolven. “Ik ben freelancer en werk voornamelijk thuis. Ik kan mijn meisje melk geven wanneer ze daar maar behoefte aan heeft.” Toen ze kleiner was, keken mensen vertederend naar de zogende moeder. Maar nu Amelie een jaar is, krijgt Astrid steeds vaker nare opmerkingen naar haar hoofd geslingerd. Toen ze laatst in een koffietentje Amelie liet drinken, hoorde ze: “Moet je nou kijken, die kleuter lebbert nog aan haar tiet.” Ze kon wel huilen. “Ik vond het zo respectloos en kwetsend. Ik vind het fijn om Amelie zo lang mogelijk de borst te geven. Zolang ik voldoende melk heb, mag zij het drinken.” Niet alleen wildvreemden geven ongevraagd hun ongezouten mening, ook vrienden maken steeds vaker opmerkingen. Zelfs haar moeder zei laatst dat ze vond dat haar kleindochter nu zo langzamerhand te groot was om de borst te pakken. “Krijgt ze later zo’n melkmuiltje van.” Ze bedoelde het grappig maar Astrid vond het vooral kwetsend.
Stoppen zou waanzin zijn
Om van het gezeur en de opmerkingen af te zijn, overweegt ze om te stoppen met de borstvoeding. “Mijn man vindt het waanzin. Zegt dat ik er gewoon mee door moet gaan als ik dat wil. Dat zolang mijn lichaam melk produceert voor onze dochter, ik het haar moet geven. Hij heeft makkelijk praten, hij hoort niet wat er allemaal over wordt gezegd.”
Een tweede kindje komt er niet dus een tweede keer borstvoeding geven ook niet. “Op goede dagen denk ik: ‘bekijk het allemaal maar, ik blijf gewoon de borst geven, hoe oud ze ook is’ want dit komt nooit meer terug.”
Ik -
Mijn nichtje van 3 krijgt ook nog steeds borstvoeding