fb

Vijf redenen waarom het bij opa en oma altijd leuker is dan thuis

Met oma speelde ik uren postkantoortje. Ik verkocht haar uren lang postzegels, vulde formuliertjes in en stempelde haar neppaspoort. Ik hoorde haar nooit verzuchten dat ze ‘geen zin meer had’. Ook logeerde ik graag bij haar. Als ik ’s ochtends veel te vroeg wakker werd, kreeg ik biscuitjes.

Koekjes eten in bed?! Ben je gek geworden ofzo? Nee, daar hoefde ik thuis niet mee aan te komen. En voor postkantoortje spelen hadden mijn ouders geen tijd. Dat geeft ook niets, want anders was het allemaal niet zo leuk en spannend geweest bij oma. En had ik nu niet zulke leuke herinneringen aan mijn oma gehad.

Dol op opa en oma

Toen we onze ouders vertelden dat ze grootouders zouden worden, vonden ze dat geweldig. Wilden met plezier een dag in de week oppassen. Nooit heb ik me een seconde druk gemaakt als ik mijn mannen bij mijn ouders achterliet. Sterker: mijn mannen vonden het er geweldig. En nog steeds. Mijn jongens zijn dol op hun twee opa’s en oma. Hoe komt dat toch? Wat is het geheim van opa’s en oma’s? Nou, wij weten het wel.

  1. Geduld. Ze hebben geen haast. Kunnen eindeloos ganzenborden. Terwijl ik als ik een van mijn mannen in de put heb gegooid, ik met een schuin oog op de klok kijk. Ik moet door. Heb meer te doen. Opa en oma niet. Die blijven expres lekker in de put zitten en laten hun kleinkinderen gewoon winnen.
  1. Tijd. Ze hebben en nemen de tijd om te luisteren. Mijn mannen zijn nog jong en vooral Tommie kan heel gedetailleerd een verhaal vertellen. Ik heb daar niet altijd tijd en geduld voor. Zo niet opa en oma. Die gaan er eens goed voor zitten en willen alles weten. Als kleinkinderen groter worden fungeren hun grootouders niet zelden als vertrouwenspersoon.
  1. Skills. Grootouders hebben de skills hun kleinkinderen van alles te leren. Mijn mannen waren een jaar of twee en konden al prima knippen. Wisten feilloos hoe ze een schaar moesten vasthouden. Had oma ze geleerd. Opa pakte regelmatig een plankje hout, spijkers en een hamer en leerde hoe de mannen moesten timmeren.
  1. Kookkunst. Oma kookt lekkerder. Daar is geen discussie over mogelijk. Oma’s doen niet aan glutenallergieën en suiker- en vetvrij eten. Als je een stukje oorlog hebt meegemaakt, dan maak je je niet druk om een klontje boter meer of minder. En toetjes? Kind, die zijn niet ongezond. Zuivel heb je echt nodig. Yeah right. Maar al het suiker en vet dat erin zit, niet.
  1. Liefde. Dat is het allerbelangrijkste. Ik ken niemand, op Robert en mezelf na, die meer houdt van mijn kinderen als de twee opa’s en oma. Het doet er niet toe dat jij er bent, als je kinderen er maar zijn. Hoe mooi is dat!

Herken je je in het artikel? Zijn opa’s en oma’s van onschatbare waarden voor kleinkinderen? Of heb jij andere ervaringen? Wij zijn heel benieuwd. Praat mee in de comments onder dit artikel.

 

Reageer ook