Vicky en Jeroen kregen vijf jaar geleden hun eerste kindje. “De geboorte van Kaat is de mooiste gebeurtenis van mijn leven. Het was zo bijzonder om dat kleine warme lijfje op mij te hebben liggen. Een magische dag en de start van een heftige tijd. Want waar ik zo had uitgekeken naar het moederschap en me echt heel erg verantwoordelijk voelde voor het kleintje in mijn armen, ging het al snel bergafwaarts. Ik zie dat als iets wat tijdelijk was, maar mijn vriend is het nog niet vergeten.”
Kraamtranen
Als Vicky en Jeroen thuiskomen met de kleine Kaat, is Vicky door het dolle heen. “Ik vond het zo leuk en bijzonder allemaal. Maar ook heel erg spannend! Die eerste nachten deed ik geen oog dicht. Ik hing constant boven het wiegje om te kijken of alles wel goed ging met Kaat. Op dag drie was ik kapot en kon ik alleen nog maar huilen. Kraamtranen, zei de kraamverzorgster en ze stuurde mij naar bed. Maar hoe moe ik ook was, slapen lukte niet.”
Kan het niet meer
De weken gaan voorbij en de vermoeidheid bouwt zich op in het lijf van Vicky. “Kaat dronk slecht en het voeden was elke keer heel intensief. Jeroen had het druk op zijn werk en had geen tijd of energie om mij te helpen. Wekenlang sliep ik nooit langer dan twee uur achter elkaar en dat zorgde ervoor dat ik slecht herstelde van de bevalling. Elke avond als Jeroen thuiskwam, zat ik huilend op de bank. ‘Ik kan het niet meer. Ik wil geen moeder meer zijn,’ zei ik dan.”
Maand vrij
Als Jeroen Vicky huilend op de vloer van de badkamer aantreft, terwijl Kaat helemaal alleen lag te huilen in de box, weet hij dat er iets moet veranderen. “Hij kwam thuis uit zijn werk en zag dat ik gewoon niet meer kon. Daar schrok hij enorm van en was bang dat het helemaal mis zou gaan. Hij belde zijn baas, nam een maand vrij en bleef thuis. Dit heeft mij goed gedaan. Overdag kolfde ik voldoende melk, die hij ’s nachts met een flesje kon geven. Jeroen stuurde me elke middag naar bed om te rusten en hij zorgde ervoor dat het huis netjes was en ik goed te eten kreeg.”
Heel erg
Door de steun van Jeroen gaat het snel beter met Vicky. “Ik kreeg weer wat kleur in mijn gezicht en voelde eindelijk weer energie en geluk. Ik vind het nog steeds heel erg dat het die eerste weken zo slecht is gegaan. Doordat ik me zo voelde, kon ik de zorg voor Kaat niet aan. Ik wilde zelfs helemaal afstand van haar doen en daar schaam ik me nu enorm voor. Vriendinnen zeggen dat het niks is om me voor te schamen en dat ik gewoon oververmoeid was en hulp nodig had. Toen Jeroen mij die hulp gaf, ging het snel weer goed. Eind goed, al goed, zou je denken.”
Weer klaar voor
Kaat zit op de basisschool en Vicky is die heftige weken na de bevalling al bijna weer vergeten. “Echt vergeten doe je niet, maar ik heb het wel een plek gegeven. In het begin verweet ik mezelf een slechte moeder te zijn. Nu weet ik dat het gewoon extreme vermoeidheid, in combinatie met hormonale veranderingen en het nieuwe leven was. Het schuldgevoel naar mezelf en Kaat is weg en daar ben ik trots op. Ik ben er na jaren zelfs klaar voor om weer zwanger te worden en voor een tweede kindje te gaan. Alleen daar denkt Jeroen anders over.”
Hard hoofd in
Jeroen omschrijft de periode na de bevalling van zijn vriendin nog steeds als ‘de donkerste periode uit mijn leven’. “Ik begrijp het. Hij was bang en vond dat heel zwaar. Alleen vind ik het wel moeilijk dat hij hierom nu niet voor een tweede kindje wil gaan. Hij denkt dat ik het niet aankan en is bang dat alles weer op hem terechtkomt. Ik denk dat dit wel mee zal vallen. Ik weet nu wat ik kan verwachten en als hij vanaf het begin meer meehelpt en zorgt dat ik mijn rust krijg, zal het niet meer zo lopen als toen. Alleen Jeroen heeft daar dus een hard hoofd in.”
Ik wil dat hij het wil
Vicky vindt het steeds moeilijker dat ze alleen Kaat hebben. “Kaat is een schat en ik gun haar een broertje of zusje. En het lijkt me zelf ook zo leuk om nog één keer zwanger te zijn en zo’n kleintje te hebben. Ik wil niet hoeven zeuren hierom bij Jeroen; ik wil dat hij dit zelf ook wil. Alleen hoe laat ik hem inzien dat het niet meer zo zal lopen als toen?”
Afbeelding: Giulia Bertelli via Unsplash
Kim -
Als ik jouw verhaal lees dan herken ik daar veel in over de eerste periode die ik had met mijn eerst kindje. Ik denk dat je een postnatale depressie hebt gehad. Dat is geen kwestie van het niet aankunnen of oververmoeid zijn. Misschien helpt het als jullie daar allebei meer voorlichting over krijgen voordat er een beslissing genomen wordt. Ook is er veel meer hulp en behandeling mogelijk tijdens de zwangerschap en na de bevalling, dan dat hij een maand vrij moet nemen en er ‘alleen voor staat’. Bij een tweede kindje herken je de signalen ook veel eerder en kun je ingrijpen om te voorkomen dat het zo ver komt. Bij een tweede kindje hoef je hier overigens niet nog een keer mee te maken te krijgen. Hopelijk heb je hier iets aan! En goed dat je jezelf hebt vergeven. Je kan er namelijk niks aan doen!! Het is alleen niet zo makkelijk uit te leggen dan wanneer je bijvoorbeeld een been breekt of een andere ziekte hebt. Veel sterkte!