De ober zet een mandje brood op tafel. Riet kijkt hoe haar kleinzoons meteen met hun handen graaien en de stukjes uit elkaar trekken. Ze zucht, neemt een slok water en voelt de spanning alweer stijgen. Voor de zoveelste keer belandt een gezellig familiediner in ongemak en irritatie. “Toen mijn dochter voorstelde om regelmatig met het gezin uit eten te gaan, vond ik dat een prachtig idee,” vertelt Riet. “Samen tafelen, een wijntje erbij, de kinderen erbij betrekken. In mijn hoofd zag ik warme avonden met fijne gesprekken. Maar de werkelijkheid is heel anders.”
De kleinzoons, zeven en negen jaar oud, kunnen zich nauwelijks een kwartier stilhouden. “Ze wiebelen, roepen door elkaar heen en beginnen spelletjes te doen met het bestek. Soms gaan ze zelfs onder de tafel zitten. Het is telkens een chaos.”
De ouders grijpen niet in
Wat Riet het meest stoort, is dat haar dochter en schoonzoon er niet streng tegen optreden. “Ze zeggen dan: ‘Ach mam, dat hoort er toch bij? Het zijn kinderen.’ Maar ik vind dat je kinderen ook kunt leren hoe je je in een restaurant gedraagt. Even rustig zitten, wachten tot het eten komt, niet door het restaurant rennen.” Riet voelt zich vaak degene die de opmerkingen moet maken. “Dan zeg ik: ‘Blijf zitten, doe dat bestek niet in je glas.’ Maar daar wordt de sfeer niet beter van. Mijn dochter kijkt me dan geërgerd aan, alsof ik de boeman ben.”
Schaamte en ongemak
Het is niet alleen irritatie, maar ook schaamte. “Ik merk hoe andere gasten soms kijken. Dan denk ik: ze hebben gelijk, dit is geen fijne omgeving met die drukte. Ik voel me opgelaten, alsof wij de hele avond voor onrust zorgen.” Voor Riet, die vroeger altijd veel waarde hechtte aan tafelmanieren, is dat extra moeilijk. “Wij zaten vroeger netjes met mes en vork, er werd gewacht tot iedereen had. Natuurlijk waren er wel eens grapjes, maar nooit geschreeuw of geruzie. Dat mis ik.”
Gesprek met haar dochter
Na de laatste keer, toen een glas limonade omging en de kinderen luidkeels begonnen te gieren, trok Riet het niet meer. “Ik heb mijn dochter rustig gezegd dat ik het zo niet meer leuk vind. Dat ik me niet meer prettig voel om met de kinderen erbij uit eten te gaan. Ze reageerde fel: ‘Dus je sluit je kleinkinderen buiten?’ Dat deed pijn.” Riet probeerde uit te leggen dat het niet gaat om buitensluiten, maar om het feit dat ze er gewoon geen plezier meer in heeft. “Maar dat kwam niet aan. Mijn dochter vond dat ik overdreef en zei dat ik me moest ontspannen.”
Het schuldgevoel
Sinds dat gesprek voelt Riet zich verscheurd. “Ik hou zielsveel van mijn kleinkinderen. Ik geniet als ze hier thuis zijn, als we koekjes bakken of spelletjes doen. Maar in een restaurant werkt het gewoon niet. Toch knaagt het dat ik nu degene ben die zogenaamd moeilijk doet.” Ze merkt dat ze zelfs smoezen bedenkt om niet mee te hoeven. “Dan zeg ik dat ik moe ben of al plannen heb. Eigenlijk wil ik gewoon eerlijk zeggen dat ik alleen nog mee wil als het zonder de kinderen is. Maar dat voelt zo hard.”
De wens naar rust
Wat Riet mist, is rust en echte gesprekken. “Ik wil met mijn dochter praten over haar werk, over het leven. Of met mijn schoonzoon een glas wijn drinken. Nu draait het hele etentje om het in toom houden van de kinderen. Dat is voor niemand leuk, denk ik.” Ze weet dat de jongens heus ouder zullen worden en misschien beter leren stilzitten. “Maar voorlopig is het gewoon te druk. En ik heb geen zin om telkens met buikpijn aan tafel te zitten.”
Hoop op begrip
Ondanks alles hoopt Riet dat haar dochter haar standpunt kan begrijpen. “Ik hoef niet dat ze haar kinderen ineens streng opvoedt. Ik wil alleen dat ze accepteert dat ik niet altijd mee wil als het met de kinderen is. Dat ik liever een lunch met haar samen doe, of een etentje zonder de drukte.”
Afbeelding: Unsplash+
Joris -
Je hebt helemaal gelijk. Ga lekker met enkel volwassenen en opgevoede kleinkinderen uit eten en die etentjes met onopgevoede kinderen erbij lekker thuis. Dit is voor jou niet leuk, maar vooral voor de overige gasten enorm kut.