Mijn buurjongetje is vier en gaat sinds een aantal maanden naar school. Hij is 4 én een stoere man. Zo vertelde mijn buurvrouw dat hij een paar maanden geleden persé in zijn korte broek naar school toe wilde (het was 24 januari). Wat ze ook deed, hij bleef stokstijf als een plank op de grond liggen en was letterlijk niet te bewegen om zijn lange broek aan te doen.
Dus uiteindelijk dan maar in korte broek naar school. Ervaringsgericht leren heet dat. Toen zijn moeder hem ophaalde van school hoorde zij een paar meter verderop een paar moeders hun verbazing uitspreken: ‘wie laat zijn kind nu in een korte broek naar school gaan, midden in de winter?’ ‘IK’ zei mijn buurvrouw dapper. En ze vertelde de andere moeders hoe het was gegaan.
Eenmaal thuis vroeg zij aan haar zoon hoe het was geweest in zijn korte broek, of hij het niet koud had gehad. Nee hoor, helemaal niet, maar morgen wil ik mijn lange broek aan want iedereen zei iets tegen mij over mijn broek en dát wil ik niet!
Voor mij is het al weer jaren geleden dat mijn jongste 4 was, en er zijn veel dingen van toen die ik niet meer zo goed weet. Maar wat ik me nog heel goed kan herinneren is wat een gedoe het was, zo in de ochtendspits om alles op tijd gedaan te krijgen, zodat iedereen op tijd op de plaats van bestemming kwam, compleet met alle spullen. Kun je nagaan hoe het is als je kind niet wil wat jij wilt, voor je gevoel niet meewerkt, wat moet je dan?
Ik kan me voorstellen dat mijn buurvrouw uiteindelijk er voor kiest om haar zoon te laten ervaren hoe het is in zijn korte broek. De scholen zijn goed verwarmd en de weg er naar toe werd met de auto afgelegd, dus ach veel kan er niet mis gaan. Toch kan ik me ook voorstellen dat er zich dit soort patstellingen voordoen waarbij het niet oké voelt om mee te gaan met de keuze van je kind van 4, terwijl je kind toch net zo vastbesloten is als mijn buurjongetje en wat moet je dan?
Humor doet vaak wonderen. Zo had ik laatst op een avond het voorrecht om op ditzelfde buurjongetje en zijn zusje te mogen passen. Daarbij hoorde ook het bedritueel. En ook deze keer had mijn buurjongetje zo zijn heel eigen mening over het naar bed gaan. Toen het moment van in bed stappen daar was, de tanden waren gepoetst en de pyama (met lange broek) was aangetrokken, wilde hij niet in bed. Pertinent niet. Wat nu? Opeens bedacht ik, ik ga er zelf in liggen. En dat deed ik. Ik vertelde hem uitgebreid hoe heerlijk ik het in zijn bed vond en dat ik er die hele nacht in ging blijven omdat zijn bed véééél lekkerder was dan het mijne en dat dit prima kon, omdat hij er toch niet in wilde.
Dit werd hem te veel, hij begon te protesteren en aan mij te trekken, ik mocht absoluut niet in zijn bed blijven, hij wilde er zelf in! Het was zijn bed! Ik protesteerde ook, ja maar het is zo lekker, ik wil er in blijven! Jij kunt toch wel daar op het kleedje slapen? Uiteindelijk lukte het hem met vereende krachten om mij, ondanks mijn verzet, uit het bed te sleuren en kwam ik op het kleedje voor zijn bed terecht. Voor ik iets kon doen dook hij vliegensvlug zijn bed in, om er zo lang ik in de buurt was niet meer uit te komen…
Ok, humor is dus een optie, maar soms, zo kan ik me voorstellen heeft een serieuzer aanpak de voorkeur. Dan wil het volgende ook nog wel eens werken. Bijvoorbeeld in het geval van de korte broek: ‘Ok, ik begrijp dat jij perse in je korte broek naar school wilt. Maar weet je wat het is, ik ben jouw moeder en ik wil graag een goede moeder zijn. En daar hoort bij dat ik zorg dat jij warm genoeg aangekleed bent. En als ik jou nou in je korte broek naar school laat gaan, dan voel ik mij geen goede moeder, want dan ben ik bang dat je ziek wordt. Dus daarom wil ik graag dat jij je lange broek aan doet. Ik wil graag doen wat jij fijn vindt en dat is in je korte broek naar school gaan, maar ik wil ook graag een goede moeder zijn, hoe kunnen we het zo regelen dat het voor ons allebei goed is?’ Als je genoeg tijd hebt kun je samen verschillende opties onderzoeken. Heel leerzaam voor een kind en leuk om te doen, zeker als je de fantasie de vrije loop laat en de gekste dingen verzint.
Bij minder tijd, kun je misschien beter zelf je optie op tafel leggen. Bijvoorbeeld: ‘weet je wat, als jij nu je lange broek meeneemt zodat je die aan kunt trekken als je het toch koud hebt, dan voel ik mij wel een goede moeder en dan lukt het me wel om het goed te vinden dat jij in je korte broek naar school gaat.’
Zo hou je rekening met de gevoelens van je kind, doe je voor hoe je rekening houdt met je eigen gevoelens = hoe je goed voor jezelf zorgt, én leer je je kind om rekening te houden met de gevoelens van iemand anders. Prachtig toch! Zoveel geleerd en dan moet de schooldag nog beginnen…
De grote kunst is natuurlijk wel om op het moment suprème uit je irritatie te stappen en over te gaan in de humor of onderhandelingsmodus.
Ik ben benieuwd naar jullie ervaringen en ideeën over hoe je om kunt gaan met dit soort situaties.
Sabine Balsma
Sabine Balsma is integratief therapeut en begeleid kinderen en jongeren van 0 tot en met 18 jaar en hun ouders. Haar praktijk is gevestigd in Hilversum.