Als mijn ouders vroeger voorstelden om te gaan kamperen lachte ik ze vierkant uit. ‘Gooisch meisje gaat met wc-rol onder haar arm richting bevuild openbaar toiletgebouw. Wat klopt er niet aan die zin?’ vroeg ik zodra ik doorhad dat het kampeervoorstel serieus was. Na mijn lichtelijk verwende respons op hun goedbedoelde idee durfden mijn ouders het woord ‘kamperen’ niet meer in combinatie met de woorden ‘deze zomer’ en ‘familievakantie’ in de mond te nemen.
Naarmate ik ouder – en vooral minder verwaand – werd, nam mijn overdreven afkeer tegen kamperen langzaam af. Het ging zelfs zo hard de goede richting in, dat ik op mijn 19e samen met een vriendin gewapend met tent, luchtbed en ladingen wc-papier naar Italie ben gereden. Om, je raadt het al, te gaan kamperen! En mijn God… Wat had ik toen spijt dat ik het nog nooit eerder gedaan had! Alle klassieke beginnersfouten kwamen uitgebreid voorbij; mijn kussen vergeten, luchtbed vergeten te checken (zie: lek), een koffer i.p.v. een tas, pumps i.p.v. Crocs, beautycase i.p.v. ophangbare toilettas en ga zo nog maar even door. De eerste dagen waren (op de goedkope Grappa na) een living hell. Wie vond deze primitieve hell in godsnaam zo ontspannend dat ze dit vakantie durfden te noemen?!
Gelukkig was ik niet alleen. Mijn vriendin Maaike bleek een doorgewinterde kampeerder en sleepte me er onder het genot van heel wat flessen wijn doorheen. Aan het einde van de week bleek ik niet alleen nog gewoon in leven, ik begon er zelfs plezier in te krijgen. Zo veel plezier dat ik aan het einde van de vakantie de camping stiekem zelfs een beetje begon te missen… Ik had de smaak te pakken en heb het er tot op de dag van vandaag nog vaak over. Ook tegen mijn vriendje.
Mijn vriendje heeft in de loop der jaren zo veel kampeer anekdotes moeten aanhoren dat hij het tijd vond om mij eens in actie te zien. Als verrassing voor mijn verjaardag regelde hij een kampeertrip naar Frankrijk om daar heerlijk samen wijn te drinken, rond te rijden en natuurlijk te overleven. Want dat is tenslotte hoe ik kamperen zie.
Voor mijn gevoel had ik véél geleerd van mijn beginnersfouten van de vorige kampeervakantie en zou ik nu alles anders doen. Dit keer waren we goed voorbereid met geleende kampeerspullen, mijn hoofdkussen van thuis, een tas i.p.v. een koffer en een slippers i.p.v. pumps. Al deze praktische spullen werden zorgvuldig in de cabrio ingepakt en wij waren klaar om te gaan!
Eenmaal aangekomen op de eerste camping kon ik wel janken. Hoewel mijn luchtbed en hoofdkussen dit keer aanwezig waren, kwamen we er nu achter dat we geen stoelen en slaapzakken hadden. HOE KRIJG IK HET VOOR ELKAAR?! Daar zit je dan… Naast je cabrio, op de grond, met een glas wijn in je hand. ‘Is dit nou genieten?’ vraag ik aan mijn vriend. Hij kan er wel om lachen, maar ik heb ’s avonds flink staan huilen onder de douche. ‘Ach liefje, we gaan zo lekker slapen en dan voel je je morgen vast beter’ probeerde mijn vriend me gerust te stellen. Nou, dat had hij beter niet kunnen zeggen. Want wat is er nou nog vervelender dan een avond in de modder zitten? Precies! Slapen in een ijskoude tent. ZONDER SLAAPZAK!
Mocht je een paar weken geleden vlakbij Verdun een huilende vrouw over de camping hebben zien lopen, dan heb je mij gezien. Ik zweer het je, niemand keek zo boos als ik. Zo boos, dat zelfs mijn vriend bijna akkoord ging met mijn voorstel om naar een hotel te rijden. Maar toen kreeg ik een openbaring. Wat bezielde me wel niet?! Mijn vriendje had dit alles voor mij geregeld en ik liep te zeiken over een stoel en een slaapzak. Dat verwende dertienjarige mormel nam weer de overhand en dat mocht ik niet laten gebeuren.
Ik liep naar mijn vriendje, bood mijn excuses aan en stelde voor om er het beste van te maken. Vervolgens heb ik hem in de auto gezet en zijn we naar de dichtstbijzijnde stad gereden om te shoppen, te lunchen en ijsjes te eten. Gewapend met deken, stoelen en een goed humeur reden we aan het einde van de dag weer naar de camping. Zo boos als ik eerst was, zo ontspannen was ik nu. Vol goede moed maakten we een pannetje pasta en namen plaats op onze modderige bodem. Ik sluit mijn ogen, pak de hand van mijn vriend, neem een slok wijn en denk: wat een luxe. Ik wil nooit meer naar huis.
Mara Blikslager (21 jaar) werkt voor online vrouwenmagazine damespraatjes.nl en studeert Reclame, Marketing en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze is gek op schrijven, de wereld ontdekken, socializen en sporten. Als Mara niet aan het werk is of in de schoolbanken zit is ze te vinden in het zwembad, op de spinning-fiets, in een hippe club of lekker op de bank. Ze woont in Amsterdam maar bezoekt regelmatig haar familie in het rustige Hilversum.
Lees ook de andere artikelen van Mara Blikslager