Vandaag precies twee weken geleden, zaten Ward en ik in de auto naar Maastricht. Iedere kunstliefhebber zal weten waar wij naartoe onderweg waren: de TEFAF. Mijn lieve Ward had een volledig weekend voor ons gepland. Donderdagavond eten in het Kruisherenrestaurant, vrijdag naar de TEFAF en vrijdagavond eten bij Beluga Loves You. Natuurlijk geen typisch weekend voor ons, maar absoluut het soort weekend waar wij eens in de zo veel tijd intens van kunnen genieten.
Hopeloos luxepaard
Naar de TEFAF en Beluga ga je niet in je oude spijkerbroek. Ook je melkvlekken-shirt en afgetrapte Nikes laat je bij voorkeur thuis. Tijdens dit soort weekenden mag je je even volledig opdoffen en ik vind dat altijd heel erg leuk. Ja jongens, in mijn vrije tijd ben ik een hopeloos luxepaard… Maar zodra de klok op maandagochtend weer 6:30 uur slaat, is alles in één klap weer ‘normaal’.
Wat is normaal
Maar wat is ‘normaal’? Voor mij was het ‘normaal’ om elke ochtend én avond te douchen. Ook vond ik het niet gek om botox in mijn fronsrimpel te laten spuiten, elke dag mijn haar uitgebreid te föhnen, zo vaak mogelijk in de hipste restaurants te eten en me bezig te houden met de laatste mode.
Nu ik vooral met het gezin thuiszit, merk ik dat ‘normaal’ andere vormen begint aan te nemen. Ik taal niet meer naar luxe restaurants, botox-dokters en elke dag een föhnborstel in mijn haar. Het Coronavirus en het vele thuiszijn hebben de luxe dingen waar ik voorheen zo van hield totaal naar de achtergrond verdrongen. Want laten we eerlijk zijn: hoe belangrijk zijn die dingen nou? Lees mee!
1. Douchen
Oké, douchen op zich doe ik natuurlij nog wel. Als je de hele dag hutjemutje op elkaar zit, is het wel fijn als iedereen een beetje fris is. Maar het obsessieve en overdreven twee keer per dag douchen? Ik ben er mee opgehouden. Het is totaal onnodig en kost meer water dan ik in mijn eentje zou moeten opeisen. Waarom ik dit ten tijde van het Coronavirus pas inzie, weet ik niet… Maar goed: liever laat dan nooit zullen we maar zeggen.
2. Doordeweeks geen alcohol
Dit is misschien een wat minder positieve ontwikkeling. Vanwege ons werk (en natuurlijk onze gezondheid), drinken wij hier thuis doordeweeks geen alcohol. Normaal gesproken bewaren wij onze fijne flessen wijn voor het weekend, zodat wij er dan extra van genieten. Maar nu Ward zijn praktijk dicht is en er doordeweeks dus bijna geen werk is voor hem, merk ik dat we soepeler met deze regel omgaan. We sluiten onze doordeweekse dagen dan nu ook af met een of twee glazen wijn. En dat smaakt best goed!
3. Botox in mijn fronsrimpel
Ik maak er geen geheim van: in mijn fronsrimpel laat ik sinds vorig jaar botox spuiten. De rimpel stoorde mij enorm en dus liet ik hem platspuiten. Weg probleem! Maar, wie zich een beetje in botox heeft ingelezen, weet dat het effect slechts tijdelijk is. Elke paar maanden moet je terugkomen om de spiertjes in het gezicht opnieuw van een injectie van het verlammende goedje te voorzien. Eigenlijk had ik deze maand weer bij mijn botox-dokter op bezoek gemoeten, maar ook hij heeft momenteel wat anders aan zijn hoofd. Vind ik dat erg? Totaal niet! Eerst de doodzieke corona-patiënten beter laten worden, dan is mijn fronsrimpel pas weer aan de beurt.
4. De laatste mode
Een oude joggingbroek die ik na allebei mijn bevallingen uit het ziekenhuis naar huis droeg, een trui die ik 10 jaar geleden in Amerika kocht en UGG-pantoffels waarvan Ward elke keer vraagt waarom ik ze nog niet weggegooid heb. Zo loop ik momenteel door het huis. En als ik eerlijk ben, vind dit dat niet persé een hele goede ontwikkeling. Toch kan ik mij er niet toe zetten om gehuld in de laatste mode, hier thuis op de bank te zitten. Misschien moet ik het eens proberen en denk ik er dan heel anders over. Maar tot nu toe is het mij nog niet gelukt 😉
5. Luxe restaurants
Toen Ward en ik nog zonder kinderen in Amsterdam woonden, gingen we minstens twee keer per week uiteten. Een daghap bij het café op de hoek, een bordje pasta bij die leuke Italiaan of een geweldige curry bij de Thai: wij deden het regelmatig. Nu wij twee kinderen hebben én niet meer in Amsterdam wonen, gaan we zelden nog uiteten. Maar als we dan een avondje met z’n tweeën hebben, dan pakken we groots uit. Nu dat even niet meer kan, merk ik dat wij gewoon andere activiteiten met z’n tweeën ondernemen. Zoals het koken van een late night dinner als de kindjes op bed liggen of genieten van een knisperend haardvuurtje, terwijl we tegen elkaar aan een boek liggen te lezen. Romantiek zit hem in kleine dingen. Niet in een Michelin-ster in ieder geval!
Wat zijn dingen waar jij ineens het belang niet meer van inziet? Ik ben heel benieuwd! Praat met ons mee in de comments onder dit artikel. Vind ik gezellig 🙂