fb
Damespraatjes Damespraatjes

Jolanda: “Ik durf niet te vertellen dat ik spijt heb van mijn carrièrekeuze”

Ik durf niet te vertellen dat ik spijt heb van mijn carrièrekeuze

Jolanda (42) zit na een lange werkdag uitgeblust op de bank. Ze werkt al meer dan vijftien jaar als arts en heeft een indrukwekkend cv opgebouwd. Van de buitenkant lijkt het alsof ze alles op orde heeft: een stabiele baan, een goede reputatie en een beroep waar veel mensen bewondering voor hebben. Maar vanbinnen knaagt er iets. “Ik durf het bijna niet hardop te zeggen,” fluistert ze, “maar ik heb spijt van mijn carrièrekeuze.”

De droom die werkelijkheid werd

Als jong meisje wist Jolanda al wat ze wilde worden. “Ik zei altijd: ik word dokter. Het idee dat je mensen kunt helpen, levens kunt redden, dat leek me het mooiste wat er was. Mijn ouders waren ontzettend trots, want niemand in de familie had gestudeerd. Dus ik werkte hard, haalde hoge cijfers en deed alles om in de geneeskunde te komen.” Na jaren van studie en coschappen bereikte ze haar doel: ze mocht zich arts noemen. “Het was een geweldig gevoel. Ik had er zo lang voor gevochten. Iedereen zei: dit is jouw roeping. En ik geloofde dat ook.”

De keerzijde van het beroep

Maar al snel ontdekte Jolanda dat de werkelijkheid zwaarder was dan ze ooit had gedacht. “De diensten zijn slopend. Nachtenlang wakker, steeds klaar moeten staan, nauwelijks tijd om te herstellen. Het kost zoveel energie. Daarbij komt dat je continu met heftige situaties te maken hebt: mensen die ziek zijn, families die radeloos zijn, patiënten die het niet redden… Dat laat je niet zomaar los als je thuiskomt.” Jolanda merkt dat het werk haar steeds meer uitput. “Ik heb soms het gevoel dat ik alleen nog maar functioneer. Dat ik ’s ochtends wakker word en denk: weer een dag, ik moet dit volhouden. Terwijl ik ooit dacht dat ik elke dag met plezier naar mijn werk zou gaan.”

De druk van verwachtingen

Wat het nog moeilijker maakt, is dat Jolanda het gevoel heeft dat ze niet mag klagen. “Mensen kijken tegen je op als je dokter bent. ‘Wat knap, wat mooi werk,’ hoor ik vaak. En dat ís het ook, maar er is ook een andere kant. Alleen daarover praten voelt bijna als verraad. Alsof ik de mensen die in me geloofd hebben, teleurstel.” Ze voelt zich gevangen in de verwachtingen van anderen. “Mijn ouders vertellen trots aan iedereen dat hun dochter arts is. Mijn vrienden vinden dat ik de perfecte baan heb. En ik… ik voel alleen maar dat dit misschien niet mijn pad is geweest. Maar hoe zeg je dat hardop, zonder alles en iedereen teleur te stellen?”

Identiteit en twijfel

Jolanda worstelt met haar identiteit. “Het arts-zijn is een deel van wie ik ben. Als ik mezelf voorstel, zeg ik: ik ben Jolanda, ik ben arts. Maar wie ben ik als ik dat loslaat? Wat blijft er dan nog over? Ik ben bang dat ik zonder die titel minder waard ben, alsof ik gefaald heb.” De gedachte om te stoppen komt steeds vaker voorbij. “Ik denk weleens: wat als ik gewoon een andere richting kies? Misschien een minder zwaar beroep, misschien iets totaal anders. Maar dan schrik ik van mezelf. Hoe kan ik al die jaren studie, al dat harde werken, zomaar weggooien?”

Het geheim dat ze niet deelt

Vooralsnog houdt Jolanda haar gevoelens voor zichzelf. “Ik heb het zelfs mijn man niet verteld. Hij ziet wel dat ik moe ben en dat het me veel kost, maar ik heb nog nooit gezegd dat ik spijt heb. Het klinkt zo ondankbaar. Hoe vertel je zoiets zonder dat mensen denken dat je zwak bent, of dat je ondankbaar bent voor de kansen die je hebt gekregen?” Ze beseft dat het geheim haar eenzaam maakt. “Ik draag dit elke dag met me mee, maar niemand weet hoe zwaar het voelt. Het lijkt alsof ik een dubbelleven leid: de toegewijde arts die alles onder controle heeft, en de vrouw die thuis stilletjes huilt omdat ze niet weet hoe ze verder moet.”

Hoop op verandering

Toch merkt Jolanda dat de gedachte om voor zichzelf te kiezen steeds sterker wordt. “Misschien hoef ik niet helemaal te stoppen. Misschien kan ik een andere functie zoeken binnen de zorg, of parttime gaan werken. Er zijn vast opties, maar ik durf nog niet de eerste stap te zetten. Daarvoor is de angst om anderen teleur te stellen nog te groot.” Ze zucht diep. “Soms hoop ik dat iemand anders het onderwerp aansnijdt. Dat iemand tegen me zegt: ‘Het is oké als je dit niet meer wilt.’ Misschien heb ik dat zetje van buitenaf nodig om zelf in beweging te komen.”

Afbeelding: Freepik

Volg jij ons al?

Facebook Instagram Threads Twitter Pinterest TikTok Newsletter

4 reacties

Joris -

Wellicht omdat het een vrij veelvoorkomende vraag is als je mensen ontmoet. Doorgaan is het dan een dialoog. Of geef jij geen antwoord als iemand je vraagt wat voor werk je doet?

Anna -

Wat ik me afvraag , waarom zeg je ‘ ik ben arts “ erbij als je je voorstelt ?
En ga zoals Martine zegt kijken naar andere opties waar je je beter bij voelt.

Joris -

Nou, komt ‘ie: het is oké als je dit niet meer wilt. Ik weet niet wat je nu doet, maar er zijn ook mogelijkheden om in jouw vak minder slopende diensten te draaien. Als bedrijfsarts, bijvoorbeeld. Of als geneeskundig adviseur bij een zorgverzekeraar.

Martine van Os -

Je mag ook tegen jezelf zeggen dat het oké is dat je dit niet meer wilt. Laat de mening/verwachting van anderen voor wat het is. Wil jij over een tijdje zwaar in een burn-out zitten omdat je voor ‘anderen’ bent doorgegaan, tegen je eigen wensen en wil in? Het kan geen kwaad om alvast de opties te onderzoeken, stap voor stap. Je hoeft niet meteen je baan op te zeggen. Maar geef jezelf die toestemming, dat zorgt waarschijnlijk al voor veel (mentale) rust.

Reageer ook