Marian (47) lacht vriendelijk, maar haar ogen verraden verdriet. Al bijna 25 jaar is ze samen met Harmen, een man van wie ze zielsveel houdt. “Hij is mijn alles. Lief, slim, grappig. Hij ziet me echt.” Maar er hangt al jaren een schaduw over hun relatie: zijn moeder.
Marian groeide op in een warme, maar eenvoudige volkswijk in Hilversum. “Mijn ouders werkten hard, we kwamen niks tekort, maar er was geen ruimte voor franje.” Harmen daarentegen komt uit een compleet andere wereld. Opgegroeid in het chique Laren, met ouders die beide uit een vermogend gezin komen, villa met oprijlaan, zwembad in de achtertuin.
Liefde op de universiteit
Marian en Harmen ontmoetten elkaar op de universiteit in Utrecht. Zij deed communicatie, hij rechten. “Het klikte meteen. We konden praten over van alles. Hij vond het verfrissend dat ik zo ‘gewoon’ was. Ik vond hem charmant, maar totaal niet arrogant, ondanks zijn achtergrond.” In het begin dacht Marian dat het haar eigen onzekerheid was, dat ze zichzelf als ‘anders’ zag. Maar toen ze voor het eerst mee ging naar Laren om zijn ouders te ontmoeten, veranderde dat beeld. “Zijn moeder keek me letterlijk van top tot teen aan en zei: ‘Nou… jij bent niet wat ik had verwacht.’”
Altijd beleefd, nooit geaccepteerd
Marian bleef altijd vriendelijk. “Ik ging mee naar verjaardagen, vroeg naar haar bridgeclub, nam bloemen mee. Ik wilde erbij horen. Niet voor mezelf, maar voor Harmen.” Toch bleef haar schoonmoeder afstandelijk. Subtiel, bijna ongrijpbaar. “Ze corrigeert me op hoe ik woorden uitspreek. Ze stelt vragen die als compliment klinken, maar dat niet zijn, zoals: ‘Werk jij eigenlijk nog steeds?’ terwijl ze dondersgoed weet dat ik net zo veel verdien als Harmen.” Zelfs bij hun huwelijk, inmiddels twintig jaar geleden, liet haar schoonmoeder zich ontvallen: “Nou, het is niet wat we voor ogen hadden, maar als hij gelukkig is…” Marian hoorde het per ongeluk, maar het bleef steken.
Verandering door de kinderen
Toen Marian en Harmen hun eerste kind kregen, veranderde er iets — bij haar schoonvader. “Hij begon me opeens echt te zien. Misschien omdat ik moeder werd van zijn kleinkinderen. Hij kwam helpen als er iets stuk was, vroeg hoe het met me ging.” Maar haar schoonmoeder? Die bleef kil. “Als ik de kinderen bracht, vroeg ze alleen naar hen. Niet hoe het met mij ging. En als ik vertelde over mijn werk, zei ze: ‘Je zult wel druk zijn. Arme Harmen.’ Alsof ik hem iets aandoe door te werken.”
Altijd het buitenbeentje
Marian voelt zich al jaren het buitenbeentje. “Op familiebijeenkomsten zit ik erbij, maar hoor ik er niet echt bij. De familie heeft een soort eigen taal: dure vakanties, kunstveilingen, oude schoolvrienden. En hoewel ik mee kan praten, word ik niet écht gehoord.” Harmen ziet het ook. “Hij weet dat zijn moeder me niet accepteert. En hij verdedigt me, absoluut. Maar ergens doet het hem pijn om het conflict aan te gaan. Dus we vermijden het onderwerp vaak.” Marian zou willen dat haar schoonmoeder haar eens écht zag. Niet als dat ‘meisje uit de volkswijk’, maar als de vrouw die haar zoon gelukkig maakt, die twee geweldige kinderen opvoedt, een succesvolle carrière heeft opgebouwd én elke kerst met zorg een zelfgemaakt toetje meebrengt.
Twijfel en boosheid
Soms twijfelt Marian aan zichzelf. “Wat als ik nou nog meer mijn best zou doen om me aan te passen, zou ze me dan wel waarderen?” Maar die gedachte maakt haar ook boos. “Ik bén wie ik ben. Ik heb niets minder te bieden. Ik ben niet minder.” Ze heeft er vaak met vriendinnen over gesproken. “Zij zeggen: laat het los, ze verandert toch niet. En dat weet ik ook wel. Maar het is het gevoel van er niet bij horen. Dat knaagt.”
Een grens trekken
Afgelopen kerst was de druppel. “We zaten aan tafel. Mijn dochter vertelde trots over haar spreekbeurt. En mijn schoonmoeder zei: ‘Dat heeft ze zeker van Harmen.’ Ik zei niets, maar binnenin brak er iets.” Na die avond besloot Marian het bespreekbaar te maken. Niet met haar schoonmoeder — die staat daar volgens haar niet voor open — maar met Harmen. “Ik zei: ‘Ik wil niet nog langer zwijgen. Jij hoeft geen strijd te voeren, maar ik wil wel dat jij mijn kant ziet.’” Harmen begreep haar. Ze spraken af dat ze vaker voor zichzelf zou opkomen, en dat hij haar zou steunen waar nodig. “Sindsdien voel ik me sterker. Ik hoef haar niet te overtuigen, maar ik hoef ook niet meer te pleasen.”
Voor zichzelf kiezen
Marian weet dat ze haar schoonmoeder niet gaat veranderen. “Maar ik kan mezelf wel beschermen. Ik ben vriendelijk, maar ik laat me niet meer wegcijferen.”
Afbeelding: Unsplash+
Joris -
Mooi op tijd. Na 25 jaar kom je aan met baby steps. Wat had ze dan verwacht bij de naam Marian?