Als Mandy hoort dat Lieke, haar baas, minder wil gaan werken en op zoek is naar een extra collega, twijfelt ze. Ze weet wel iemand, maar of diegene nou de perfecte kandidaat voor de conceptstore is, waagt Mandy te betwijfelen. “Ze is onbetrouwbaar.”
Wat een droombaan
Vier jaar lang werkt Mandy in een super leuke conceptstore in het centrum. De winkel staat vol spulletjes die ze zelf ook graag in huis zou willen hebben. Dat maakt haar werk ook zo geweldig: ze staat achter de producten die ze verkoopt. Bovendien heeft ze een goede klik met Lieke, de eigenaresse van de winkel. “Lieke is vriendelijk en een goede leidinggevende. We werken er met z’n tweetjes en kunnen het goed met elkaar vinden. De winkel is groeiende, steeds meer mensen weten ons te vinden en we verkopen niet alleen tijdens de feestdagen goed. Omdat we maar met zijn tweeën zijn, doen we veel samen. Inkoop, balansen, etaleren en noem maar op. Dat maakt mijn werk zo ontzettend leuk dat ik er elke keer dag met plezier naar toe ga.”
Weet jij iemand?
Toen ze laatst koffie dronken, vertelde Lieke dat ze minder wil gaan werken. “Lieke wordt al wat ouder en wil het rustiger aan gaan doen. Dus zoekt ze iemand die 24 uur ons kleine team kan versterken. Ook vroeg ze of ik niet iemand in mijn omgeving heb die het leuk zou vinden om in de winkel te komen werken. Ik zei dat ik daar even over moest nadenken, dat ik dat één, twee drie zo niet wist, maar ik loog. Mijn zus Ilse wil heel graag in de conceptwinkel werken, dat heeft ze al verschillende keren aangegeven.”
Ik herken het patroon
Nou, dan is de vacature toch snel ingevuld? “Eh, nee. Mijn zus wisselt zolang ik me kan herinneren steeds van baan. Na een jaar is ze verveeld en vindt ze haar werk saai, of ze wordt er door haar baas uitgebonjourd. In het begin vond ik dat heel naar voor haar, maar op een goed moment herkende ik een patroon; haar jaarcontract werd simpelweg niet verlengd. Dat is meestal niet een goed teken en betekent dat de baas van je af wil.” Als Ilse weer eens de zak heeft gekregen, staat ze bij Mandy op de stoep om te klagen. Het ligt nooit aan haar, het is altijd de schuld van anderen. Mandy is er een beetje klaar mee.
Ik gun het haar best
Diverse keren heeft Ilse gevraagd of er geen werk is in de conceptstore waar Mandy werkt. “Ze is een paar keer in de winkel geweest en vindt het er fantastisch. Heel graag zou ze daar ook willen werken en dat snap ik natuurlijk als geen ander. Maar lang was er geen vacature dus daar kon ik altijd kort over zijn.” Alles is anders nu Lieke minder wil werken en op zoek is naar iemand. Toen Lieke dat vertelde dacht Mandy gelijk aan Ilse en die gedachte kan ze niet meer loslaten. Want ze gunt haar zus ook een leuke baan in een leuke werkomgeving. “Anderzijds moet ik er niet aan denken dat Ilse mijn nieuwe collega wordt. Zo’n harde werker is ze niet en de kantjes loopt ze er met gemak vanaf. Terwijl het soms hard werken is in de winkel en ook fysiek zwaar kan zijn.”
Ze werkt niet zo hard als ik
Laatst vroeg Ilse weer of er niet een baantje in de winkel voor haar was. “Nee, antwoordde ik beslist. Dat voelde zo ongemakkelijk, want ik loog. Ik voel me daar rottig over want normaal zeg ik waar het op staat. Maar in dit geval heb ik daar moeite mee. Als ik zeg dat er uren vrij komen, dan gaat ze solliciteren. Moet ik dan tegen Lieke zeggen dat ze niet voor mijn zus moet kiezen? Of moet ik Lieke dat zelf maar laten uitzoeken? En wat nou als Lieke Ilse aanneemt? Dan wordt ze mijn collega en moet ik dus met haar werken. Ongemakkelijk toch? Zeker omdat ik weet dat Ilse lang zo loyaal niet is als ik en lang zo hard niet kan werken als ik doe. En ik kan me voorstellen dat Lieke denkt: twee vrouwen uit hetzelfde nest, die werken allebei hetzelfde, maar dat is niet zo.”
Nee! Niet doen
Al tijden loopt Mandy met een knoop in haar maag rond. Ze heeft het besproken met een goed vriendin die het haar afraadt om Ilse aan te dragen bij Lieke. “Je staat toch voor gek als Ilse blundert en bijvoorbeeld steeds te laat op haar werk komt of zich ziek meldt, vond mijn vriendin. Ja, daarin heeft ze gelijk. Maar ik vind het zo niet leuk dat ik nu tegen mijn zus lieg, dat is echt zo niet hoe ik ben. Bovendien gun ik haar ook eindelijk eens een keer een leuke job.”
Wat vind jij? Moet Mandy kiezen voor haar eigen werkplezier zonder haar zus maar met een andere, nieuwe collega? Of vind je dat ze haar zus moet aandragen zodat zij ook eindelijk eens een leuk baantje heeft? Praat mee in de comments onder dit artikel.
Foto door Arina Krasnikova via Pexels
Joris -
Je kunt ook eerlijk zijn tegen je zus én je werkgever. Je zegt tegen je zus dat er een vacature is en als je werkgever vraagt of ze geschikt is, geef je eerlijk aan dat je denkt van niet. Als je werkgever er niet om vraagt, kun je het ook proactief benoemen – “ik weet iemand die hier zou willen werken, maar ik denk niet dat het een match is” (al dan niet aangevuld met “ze loopt de kantjes er vanaf/is regelmatig ziek/komt vaak te laat/werkt niet hard”). Dan ligt de bal bij je werkgever en kan ze je er moeilijk op aankijken als ze haar toch aanneemt en het geen succes blijkt. Je kunt het ook generieker houden (“mijn zus zou hier best werken, maar ik hou zaken en privé liever gescheiden”).