Ik heb een bikini gekocht. Net als honderdduizend andere vrouwen. Voor mij is het een bijzondere aankoop, want ik heb, met uitzondering van de zomer in 2003, nooit eerder zo’n tweedelig setje gedragen. Hees mezelf op zinderend hete dagen in badpakken.
Veertien jaar geleden, ik was dertig, hoorde ik mezelf opeens in de lingeriewinkel zeggen: “Eeeh, heeft u ook bikini’s?” Zei ik dat nou hardop? Ja, want de verkoopster bracht de door mij uitgekozen bh naar de toonbank en checkte het rek met kleurrijke badkleding. Want natuurlijk had ze die. Ze vroeg me wat ik altijd droeg en keek me met open mond aan toen ik zei dat dit mijn eerste bikini ever zou worden.
Ik wurmde me in de badkleding. Hield mijn buik in. Het gordijn van mijn pashokje werd opengetrokken. Ze klapte in haar handen, die verkoopster. Trok het broekje op zijn plaats. Mijn onderbroek piepte er bovenuit. Geen gezicht. “Kind, enig. Staat je fantastisch. Omdat je geen kinderen hebt gehad, heb je een platte buik. Je hebt er geen randje in die moeders wel hebben.” Niet begrijpend keek ik haar aan en betaalde veel geld voor de stukjes katoen.
De zomer erop trok ik, zonder daar echt een goede reden voor te hebben, weer een badpak aan.
Ik bekeek mezelf nu in de spiegel. Dat zag er prima uit. Tien kilo geleden had ik misschien gekozen voor alles bedekkende zwemstof, maar nu niet. Kirrend cirkelde de verkoopster om me heen. Knoopte de koortjes in mijn nek. Kon ook los natuurlijk, dan werd ik overal bruin, prees ze het veel te dure lapje aan. Boven het broekje pofte een muffinrandje. Zag je niks van als je op je rug in het zand lag, wapperde ze mijn bezwaar weg. Natuurlijk. Ze had gelijk. Alls ik mijn kuil zou liggen, werden die randjes één met het zand.
Ze waarschuwde: het broekje niet te hoog optrekken want dat was optisch niet slim. Daardoor werd mijn bovenlijf korter. Ik moest lengte creëren. Lengte creëren? De verkoopster knikte stellig. Over mijn schouder keek ik hoe ik ervan achteren uitzag. Ik deed mijn schouders naar achter, hield mijn buik in. Ik zwaaide naar de spiegel in het pashokje. Kijken hoe dat eruit zag. De bikini bleef op zijn plaats, de kipfiletjes onder mijn arm lelden gezellig mee.
In het pashokje, met het gordijn dicht zittend op het krukje, maakte ik de balans op. Mijn muffinrandje popte verder op. Ik woog de voors en tegens van deze bikini. Vergat mijn buikrandje, het creëren van lengte en filets.
Weer aangekleed pinde ik een schrikbarend bedrag. Ik deed het snel in de hoop dat het minder pijn deed. De verkoopster deed nog een laffe poging er een bijpassende kaftan bij te slijten. Net zo duur als mijn hele aankoop.
Ik schudde mijn hoofd. Maakte er een foto van en appte deze naar De Man. Over een paar weken was het tenslotte moederdag.
Karin van Leeuwen (44 jaar) schrijft vanuit haar eigen bedrijf De Gooise Pen en is drukker dan ooit. Heeft twintig jaar voor kranten gewerkt en schrijft blogs voor Damespraatjes. Ze woont samen met Robert Brekelmans en hun twee boenders Bob en Tom in ’t Gooi. Naast schrijven is lezen een grote hobby. De andere passie is sporten; heel wat uurtjes brengt zij door in de sportschool om een spinning-, pump-, of bodybalanceles te volgen. Sinds kort is ze regelmatig op het voetbalveld te vinden om het team van haar oudste te coachen.