Judith slaapt al weken slecht. Ze draait nachtenlang in haar bed, met haar ogen wijd open in het donker. Haar gedachten razen, haar hart bonkt. “Ik dacht dat het wel over zou gaan,” zegt ze zacht. “Dat het een kwestie van tijd was voordat het zou slijten. Maar dat doet het niet. Sterker nog: het wordt alleen maar erger. Ik heb iets verzwegen voor mijn partner – en het gevoel dat ik hem verraad, vreet me van binnen op.”
Hoe het begon
Judith en haar partner, Bram, zijn inmiddels zeven jaar samen. Ze wonen samen, hebben een stabiele relatie en plannen hun toekomst. “We hebben een sterk fundament,” zegt ze. “We lachen veel, kunnen alles bespreken, tenminste… dat dacht ik altijd.” Tot een paar maanden geleden, toen Judith iets meemaakte waar ze nooit over heeft durven praten. “Het was niet eens iets heel groots in de zin van vreemdgaan of een leugen die alles kapotmaakt. Maar het is iets dat hem zou kwetsen. En dat is precies wat me zo bang maakt.” Ze vertelt niet meteen wat er is gebeurd, maar haar ogen worden vochtig als ze eraan terugdenkt. “Het begon met iets kleins. Iets waarvan ik dacht: ach, dat hoeft hij niet te weten. Maar hoe langer ik het voor me hield, hoe groter het werd in mijn hoofd. Nu is het een muur tussen ons geworden.”
De gebeurtenis
Na lang aarzelen vertelt Judith wat er speelde. “Een paar maanden geleden was er een personeelsuitje. Veel drank, een losse sfeer, iedereen wat losser dan normaal. Er was een collega met wie ik altijd goed opschiet. We dansten, lachten, en op een gegeven moment gaf hij me een kus. Het was geen zoen met gevoelens, meer een dronken moment. Maar ik had meteen spijt. En ik wist dat ik het niet had moeten laten gebeuren.” Toen ze de volgende dag wakker werd, voelde ze zich misselijk van schuld. “Ik dacht: ik moet het Bram vertellen. Maar toen ik hem zag, toen hij koffie voor me zette en vroeg hoe het was geweest, kon ik het niet. Het voelde alsof mijn keel werd dichtgeknepen. Dus ik zei: ‘Leuk, gewoon gezellig.’ En dat was het. Vanaf dat moment begon het zwijgen.”
De last van een geheim
Sindsdien draagt Judith haar geheim met zich mee. “In het begin dacht ik dat ik het kon verdringen. Dat het onbelangrijk was, dat ik het moest loslaten. Maar hoe langer ik het verzweeg, hoe zwaarder het werd. Elke keer dat hij iets liefs zei of me aankeek met vertrouwen, voelde ik een steek van schuld. Alsof ik niet meer de vrouw was die hij dacht dat ik was.” Ze merkt dat het haar verandert. “Ik ben onrustig, sneller geïrriteerd, soms afstandelijk. En hij merkt dat. Hij heeft al meerdere keren gevraagd wat er aan de hand is. Dan zeg ik dat ik gewoon moe ben of stress heb van werk. Maar diep vanbinnen weet ik dat het mijn geheim is dat tussen ons in staat.”
De angst om het te vertellen
Judith heeft meerdere keren overwogen om het op te biechten. “Ik heb het al duizend keer geoefend in mijn hoofd. Hoe ik het zou zeggen, wat ik zou uitleggen, hoe ik mijn spijt zou tonen. Maar telkens komt diezelfde angst terug: wat als ik alles kapotmaak? Wat als hij me niet meer vertrouwt?” Ze zucht diep. “Bram is niet iemand die snel boos wordt, maar hij is wel gevoelig voor eerlijkheid. Hij zegt altijd: ‘Vertrouwen is alles.’ En dat maakt het juist zo moeilijk. Want één kleine leugen, één verzwijging, kan dat vertrouwen voorgoed beschadigen.”
De dagelijkse spanning
Elke dag dat Judith haar geheim met zich meedraagt, groeit haar spanning. “Het is alsof ik een dubbelleven leid. Overdag doen we normaal, maar in mijn hoofd speelt steeds dat ene moment af. Soms zit ik naast hem op de bank en voel ik tranen opkomen zonder dat ik weet waarom. Hij merkt het, natuurlijk. Hij vraagt dan: ‘Gaat het wel met je?’ en ik knik, terwijl ik vanbinnen schreeuw.” De fysieke spanning is voelbaar. “Ik heb hoofdpijn, ik slaap slecht, ik ben constant alert. Mijn lichaam is moe, maar mijn gedachten staan nooit stil. Ik denk dat hij het diep vanbinnen voelt. Dat hij weet dat ik iets achterhoud, maar dat hij me de ruimte geeft om het zelf te vertellen. En dat maakt het alleen maar zwaarder.”
Wat als de waarheid uitkomt?
Judith weet dat geheimen zelden onopgemerkt blijven. “Ik ben bang dat iemand anders iets zegt. Dat een collega iets laat vallen. Dat hij het van iemand anders hoort. En dan is het nog erger – niet omdat het iets groots was, maar omdat ik het verzwegen heb. Omdat ik hem in de waan heb gelaten dat er niets was.” Ze weet dat ze niet eeuwig zo kan doorgaan. “Ik voel dat ik op een punt ben gekomen waarop ik moet kiezen: óf ik vertel het, óf ik laat het me van binnen opvreten. Want dit is geen leven. Ik wil weer vrij kunnen ademen naast hem. Ik wil hem in de ogen kunnen kijken zonder dat knagende schuldgevoel.”
De keuze
Toch blijft de stap moeilijk. “Ik heb het al opgeschreven, meerdere keren. Een brief die ik elke keer weer verscheur. Soms denk ik: misschien is het egoïstisch om het nu nog te zeggen. Want dan leg ik mijn schuld bij hem neer. Dan moet híj ermee verder leven. Maar verzwijgen voelt ook egoïstisch, want ik leef in een leugen.” Judith is vastbesloten om iets te doen, al weet ze nog niet wanneer. “Misschien dit weekend. Misschien volgende maand. Maar ik weet dat ik het moet vertellen. Want de stilte doet meer pijn dan de waarheid ooit zou kunnen doen.”
Afbeelding: Freepik

Petra van Dorp -
Tja, je zult toch met de billen bloot moeten als je er zo dramatisch zwaar aan ondergaat en het geheim met de dag groter en groter wordt. Wat ik mis in het verhaal is hoe jíj hebt gereageerd op die dronken kus van die collega; kuste je hem terug? Sloeg je je armen om hem heen in wilde vervoering? Was het een kusje op de wang of duwde hij zijn tong achterin je keel? Dat maakt nogal wat verschil. Door niets te zeggen heb je wel de boel erger gemaakt, dat heb je nu ondervonden. Veel succes met het drama. Kom je nog terug om te vertellen hoe het uitgepakt heeft (en of Bram zijn koffers gepakt heeft)?