Atletiek is haar lust en haar leven en Elsa kan zich geen leven zonder haar lievelingssport voorstellen. Haar ouders waren allebei trainer op de club en net als Elsa hebben ze er altijd veel vrijwilligerswerk gedaan. Maar sinds kort is er geen haar meer op haar hoofd die eraan denkt nog een vinger voor de club uit te steken… ‘Wat denken ze nou helemaal?’
Zo tof dat die run zo populair is
Eigenlijk is Elsa zo’n beetje geboren op de sintelbaan. “Mijn ouders hebben elkaar leren kennen tijdens het verspringen en ik weet niet beter dan dat ze druk waren met de club. Vanaf mijn zestiende ben ik dat ook gaan doen. Draaide ik bardienstjes mee en trainde de jongste leden, naast mijn eigen trainingen en wedstrijden natuurlijk. Heb ik altijd hartstikke veel plezier in gehad.” Sinds een aantal jaar organiseert het dorp waar Elsa woont een run. “En die run wordt steeds populairder, dat is tof om te zien. Sporters kijken daar echt naar uit; ze kunnen zich inschrijven voor de 5 of de 10 kilometer en afgelopen jaar deden er wel 2.000 mensen mee.”
Ben er drukker mee dan met mijn werk
Het spreekt voor zich dat het organiseren van zo’n run een hels karwei is. Alle vrijwilligers van de club worden ingezet om het tot een zo goed mogelijk eind te brengen. Elsa zit sinds vier jaar in de kerngroep. Dat houdt in dat ze vrijwilligers moet charteren en ze moet aansturen. “Om je de waarheid te zeggen ben ik er bijna drukker mee dan met mijn gewone baan. De laatste weken voor de run ben ik zomaar twintig uur zoet met dat vrijwilligerswerk. Vind ik niet erg, want ik ben al die jaren trots geweest op wat ik samen met de andere vrijwilligers heb neergezet.” Maar dit jaar is ze niet meer zo trots, sterker: ze is er helemaal klaar mee.
Vind nog maar eens vrijwilligers
“Weet je wat het is, vrijwilligers werven is niet zo makkelijk tegenwoordig. Niemand wil meer tijd vrijmaken voor een club. Omdat de run jaarlijks populairder wordt, wordt de organisatie ervan ook steeds omvangrijker. Zo schuif ik regelmatig aan bij de gemeente om de vergunningen voor elkaar te krijgen om bijvoorbeeld de wegen af te mogen sluiten. Maar ook moet ik zorgen dat we sponsoren vinden zodat we de deelnemers een leuke goodie bag mee kunnen geven en we moeten zorgen dat er genoeg EHBO’ers klaarstaan en politie, brandweer en ambulances moeten worden gemobiliseerd.”
Krijg er dikke stress van
Het begint er al mee dat vrijwilligers regelmatig vlak voor het evenement afhaken. “Dan heb ik dus echt een megaprobleem en ik vind ook dat ik dat moet oplossen. Gelukkig blijf ik doorgaans kalm en lukt het wel, maar dit jaar was het wel heel erg. De een na de ander zegde af en ik had geen mensen meer om die leeggevallen plekken op te vullen. Ik krijg daar stress van, ik voel me hartstikke verantwoordelijk en wil dat het allemaal goed verloopt. Dat betekent dat ik echt uren en uren erin steek.”
Nachten wakker liggen
De nacht voordat de loop is, slaapt Elsa niet. In bed loopt ze alles keer op keer na in haar hoofd en schrikt dan van wat er allemaal nog moet worden geregeld. “De dag zelf is het belangrijkste. Dan komt het er op aan. Het parcours moet worden uitgezet, hekken geplaatst, overleg hebben met vrijwilligers en ga zo maar door. Dat is zo vreselijk stressen. De spanning is dan voelbaar en opeens worden vrijwilligers onzeker en weten ze niet goed meer wat ze moeten doen. Gek genoeg houd ik mijn hoofd koel, maar inwendig verga ik van de zenuwen. Die dag krijg ik vleugels en verzet ik bergen.”
Wat? Het bestuur laat niets van zich horen?!
Dit jaar heeft Elsa meer op zich genomen dan andere jaren. “Doe ik samen met een speciaal team he, samen hebben we ervoor gezorgd dat het vlekkeloos verloopt en het was ook dit jaar weer een feest.” Een enorme domper is het dan dat er geen bedankje af kan van de club. “Sinds kort hebben we een nieuw bestuur en hier zitten niet de meest sympathieke mensen in. De afgelopen maanden heb ik zo’n 20 uur per week aan voorbereidingen besteed, ik heb nachten wakker gelegen en heb mijn vrienden niet gezien omdat ik steeds maar zo druk was met de club. En nou krijg ik niet eens een bedankje?”
Zoek het effe lekker uit
Woest is Elsa en ze wil onmiddellijk stoppen met haar werk als vrijwilliger op de atletiekclub. Haar ouders vinden dat ze overdrijft en dat ze niet te veel applaus moet verwachten, maar dat ze het moet doen omdat ze het graag wil. “Ja, hallo, zo lust ik er nog wel een paar. Mijn beste vriendin raadde me aan om nog even te wachten met het neerleggen van mijn vrijwilligerswerk. Zij denkt dat het bestuur het helemaal niet rot bedoelt en dat ze er gewoon niet aan hebben gedacht. Toen ze dat zei, dacht ik: ik stop er echt mee. Mijn opzegging ligt klaar…”
Doe jij vrijwilligerswerk en voel je helemaal geen dankbaarheid hiervoor? Hoe ga jij daarmee om? Vind je dat vrijwilligers worden ondergewaardeerd? Of vind je dat je niet moet bedelen om complimentjes en applaus omdat je het toch zelf wil doen? Praat mee in de comments onder dit artikel.
Foto door Sid Dalal via Pexels
Huib Klinge -
Ik was vrijwilliger, samen met mijn vrouw op de zeesleper Elbe, 17 jaar lang. Heel veel werk verricht en sponsoring binnen gebracht. Tekenwerk thuis. Maar gewoon weggepest omdat er vrijwilligers waren doe bang waren dat ik wat te vertellen kreeg. Een aantal vrijwilligers, samen met een voormalig compagnon hebben er voor gezorgd dat wij weg moesten.
Het heeft ons ook veel reisgeld gekost.
Maar goed geen bedankje, geen complimentje helemaal niks. Een berg modder over ons heen. Je bent gewoon vogelvrij en krijgen zelf de schuld.
Wij hebben geen spijt van fouten die we hebben gemaakt maar wij hebben wel spijt dat wij heel veel werk voor foute mensen hebben gedaan.