“Als ik het allemaal had kunnen terugdraaien, dan had ik het anders gedaan. En dan was ik nu moeder geweest van een zoon van 25. Het verdriet slijt niet, het lijkt alleen maar groter te worden,” zegt Karolien (45) zacht. Op haar negentiende onderging zij een abortus.
Ze kan het zich nog zo goed herinneren, de dag dat ze ontdekte dat ze zwanger was. “Het was zaterdagochtend en toen ik opstond werd ik opeens straalmisselijk. Ik wist gelijk dat het niet goed was, ik voelde dat ik in verwachting was.” Haar menstruatie was uitgebleven, haar borsten waren pijnlijk. De misselijkheid was de kroon op het vermoeden. “Ik gaf over in de wc, douchte en kleedde me aan en kocht een predictor.”
Twee dikke roze strepen
Twee dikke roze strepen verschenen toen ze over de stick had geplast. Ze belde haar beste vriendin en fietste naar haar toe. Het was weekend dus ze konden niet veel beginnen. “De vader en ik hadden geen relatie meer. Hij was 15 jaar ouder en had me gedumpt. Toch belde ik hem op om te vertellen dat ik zwanger van hem was.” Haar ex twijfelde geen moment en vroeg of hij haar kon helpen. “Terwijl we aan de telefoon zaten, hoorde ik zijn nieuwe liefje roepen dat hij moest ophangen. Ik kon wel huilen.”
Abortuskliniek
Via haar huisarts maakt Karolien een afspraak met een abortuskliniek. Voor haar ouders verzweeg ze haar zwangerschap. “Ik vond dat ik had gefaald. Ik was hun verstandige, lieve dochter en als ik hen zou vertellen dat ik zwanger was, dan gumde ik hun ideale plaatje uit.” Om het risico te vermijden dat ze bekenden zou tegenkomen, maakte ze een afspraak in Amsterdam. “Mijn beste vriendin ging met me mee. Ik was niet heel zenuwachtig van de opties die ik had, het kindje houden of weg laten halen, leek de laatste me het beste. Ik had mijn kind op dat moment niets te bieden.”
Huilende vrouwen
Karolien kiest voor een plaatselijke verdoving. “Ik kon onder narcose maar dat wilde ik niet. De verdoving was een hel, daarna voelde ik niets. Ik kneep de hand van de verpleegkundige fijn, maar liet geen traan. Die kwamen maanden later.” De ingreep was geslaagd en zodra Karolien kon eten, drinken en plassen, verlaat ze de kliniek. “Ik moest weg daar. Er werden vrouwen huilend wakker die al onmiddellijk spijt van hun abortus hadden. Ik knapte daarvan niet op.”
Spijt
Even was er opluchting, maar na een paar maanden begon het te knagen. Had ze er wel goed aangedaan? Had ze het niet beter kunnen houden? “Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat ik een jongen zou krijgen. Ik heb nu drie jongens, waarmee ik heel gelukkig en blij ben, maar ik ben moeder van vier. Mijn eerste, zit in mijn hoofd en in mijn hart. Ik vergeet hem nooit, ook al is hij nooit geboren. Ik wil jonge meisjes die ongepland zwanger raken echt op hun hart drukken om goed na te denken of ze het willen houden of voor een abortus kiezen. Het is zwaarder dan ik had kunnen vermoeden. Het is een stil en groot verdriet dat ik mijn leven lang bij me draag. Hoe gelukkig ik nu ook met mijn drie zonen ben.”