Je bent een jaar of drie, misschien net vier. Op één of andere manier zit je niet lekker in je vel en je doet boos en driftig. Je hebt geen idee hoe het komt. Of misschien heb je ergens wel een idee, maar simpelweg nog geen woorden om het uit te leggen. Want je bent nog maar drie of vier. Je moeder wordt doodmoe van je. Hou toch eens op! Doe toch eens gewoon! Niet zeuren! Zo gaat het al de hele dag. Ze heeft het helemaal met je gehad als jullie om een uur of 5 samen met je tante naar de supermarkt gaan. In de auto drein je verder, je voelt je naar en je weet niet wat je moet. Je voelt je steeds bozer en machtelozer als mama en je tante geen aandacht aan je geven. Je gaat harder huilen en schreeuwen, je hebt iets van hen nodig, aandacht. Dan krijg je aandacht. Een stroom van boze reacties komt er van de voorbank. Je voelt je nog ellendiger. Als vanzelf wordt je nog bozer en ga je nog harder schreeuwen.
Op de voorbank wordt besloten dat je zo niet mee kunt de supermarkt in. Mama en tante stappen uit. Jij gaat niet mee! Snauwt tante, jij moet eerst maar eens leren je te gedragen en je mond te houden. De paniek slaat toe, help ze laten me alleen, dat is niet te verdragen! En je schreeuwt het uit van pure ellende.
Dan zie je tante met het boodschappenwagentje weglopen. Gelukkig, mama blijft bij mij. Waarom komt ze nou niet naar me toe, waarom haalt ze me er niet uit? Wat doet ze nou? Oh ze gaat een sigaret roken. Je wilt zo graag dat ze bij je komt dat je van verdriet en onmacht weer begint te huilen en te schreeuwen. Maar het helpt niet, mama komt niet, ze blijft buiten de auto hoe hard je ook schreeuwt en jij zit vast in je autostoeltje je kunt geen kant op.
Uit je ooghoek zie je onder het huilen een mevrouw aankomen. Het lijkt wel of ze je hoort, ze kijkt naar de auto, en ze kijkt nog eens, terwijl ze ondertussen een boodschappenkarretje pakt. Met het boodschappenkarretje loopt ze weer weg naar haar eigen auto.
Hé, wacht eens even, ze komt weer terug, ze loopt vlak langs mijn mama. Ze gaat met mama praten. Ze wijzen naar mij. Nu komt het goed! Nu gaat mama mij vast uit de auto halen, nu komt ze vast naar me toe. Mijn boosheid wordt minder, ik word rustiger. Ze blijven maar praten, mijn moeder trekt haar schouders op, de mevrouw beweegt haar handen, wanneer komen ze nou naar me toe? Ik zie dat de mevrouw naar me kijkt en ze lacht ook naar me. Ik weet zeker dat als mama naar me toe komt en haar arm om heen slaat ook al doe ik heel boos en ben ik aan het schreeuwen dat mij dat helpt om me beter te voelen, dan kan ik rustig worden. Zo alleen kan ik het niet, dan voel ik me zo ellendig! Als mama dicht bij me is dan gaat me dat lukken ook al kost het wel even tijd.
Maar wat gebeurt er nu? De mevrouw loopt weg! En mama komt niet naar mij toe. Nee! Dat kan niet, dat mag niet! De mevrouw kijkt naar mij, ze ziet toch dat ik er uit wil, waarom gaat ze weg? Ik schreeuw en schreeuw nog harder dan eerst.
Dan komt tante terug met de boodschappen. De achterklep gaat open en tante zegt op boze toon, jij moet eerst maar eens leren rustig te worden…..
In de verte verdwijnt de mevrouw.
Ken je dat?
Je ziet ouders en kinderen die het moeilijk hebben en je wilt graag iets doen. Omdat je niet weet hoe, loop je verder, doe je alsof je niks merkt en lijkt het net alsof dit gewoon is wat hier gebeurt. Maar het is niet gewoon, onbedoeld is er sprake van emotionele kindermishandeling. Als het kind geslagen zou worden dan zou het misschien makkelijker zijn, want slaan mag niet. Maar zelfs dan is het moeilijk om je er als buitenstaander mee te bemoeien.
Tot voor kort deed ik dus niks, gewoon omdat ik me geen raad wist. Wat ik ook bedacht, het zou niet goed overkomen. En met het vervelende gevoel dat ik een kind in de steek liet, deed ik net alsof ik niets merkte…..
Nu weet ik het nog steeds niet.
Maar nu kan ik ook niet meer doen alsof ik niets merk. Dus doe ik iets. Ook al heb ik nog niet gevonden wat het beste is om te doen. Ik doe iets, want door iets te doen, kan ik uiteindelijk ontdekken wat de manier is.
En dus, in de situatie waar mee ik begon, heb ik iets gedaan. Ik was die mevrouw.
Wat ik heb gedaan? Ik zocht oogcontact met de moeder en zei: ‘goh hij is wel heel verdrietig hè?’ ‘Ja’ zegt moeder, ‘het is de hele dag al zo, ik word er gek van’. ‘Nou dat is ook heftig als een kind zo moet huilen en je weet niet wat er is. Ik kan me voorstellen dat je daar gek van wordt’.
‘Maar ik laat hem niet alleen hoor’ zegt moeder. ‘Oh gelukkig’ zeg ik.
Wat zou ik haar graag willen zeggen wat ze kan doen, maar ik voel dat dit niet zo maar kan. Of kan ik het nog niet?
Wat ze kan doen? Dicht bij hem zijn, zeggen dat ze merkt dat hij heel boos is en verdrietig, zeggen dat ze ziet hoe hard hij huilt en hoe naar ze dit voor hem vindt. Alleen maar dat. Dan mag hij er zijn met zijn boosheid en verdriet, met zijn gevoel. En dan komt de rest, dat wat er nodig is om hem zich weer prettig te laten voelen, vanzelf. Niet vragen wat er is, niet zeggen dat hij op moet houden. Nee, gewoon samen met hem stil staan bij wat hij voelt op dat moment en er samen woorden aan geven. Verder niets, dan lost het zich op.
Eigenlijk is het heel simpel, maar ik weet ook hoe moeilijk het is als je eenmaal midden in de situatie zit.
Ik weet niet wat ik nog meer gezegd heb voor ik verder liep met dubbele gevoelens. Ik heb iets gedaan, dat voelt beter dan helemaal niks doen. Maar het jongetje en zijn moeder zijn nog steeds in de nare situatie. Overgeleverd aan tante die het heft in handen neemt en vanuit haar onmacht er nog een flinke schep emotionele mishandeling boven op doet……
Een volgende keer ga ik weer iets doen en zo langzamerhand, al doende zal het beter gaan. En ik hoop dat als jij dit leest en je denkt, dit herken ik, dat je dit dan laten weten. En als jij degene bent die al lang iets doet op een manier die goed voelt voor alle betrokkenen, dan nodig ik je uit te vertellen hoe je dit doet. Want ik denk dat er veel meer mensen zijn die graag iets willen doen en het zou toch mooi zijn als we hier met z’n allen een goede manier voor kunnen vinden, zodat kinderen en ouders zich gesteund voelen. "It takes a village to raise a child" niet waar.
Teruglezend merk ik dat dit eigenlijk wel een heel serieus stukje is geworden. Er komt niks grappigs in voor. En nu denk ik opeens, zou humor misschien kunnen helpen? Dat maakt het in ieder geval lichter en luchtiger en misschien geeft dat nu juist ruimte om iets te doen. Als ik nou eens had gezegd: Jeetje mevrouw wat een oorverdovend lawaai, ik snap dat u zo niet in de auto kunt zitten, zal ik u helpen om het zachter te zetten? of zo iets………..
Ik hou het in gedachten en wie weet werkt het, dan schrijf ik erover!
Sabine Balsma is kindertherapeute en heeft een praktijk in Hilversum.
Daarnaast schrijft ze columns in de nieuwe rubriek "Help mijn kind…".
Reacties op dit artikel zijn van harte welkom!!!