In eerste instantie maakte Rosalie zich nooit zo druk om het gamegedrag van haar zoon Christiaan. “Al op de basisschool was hij veel aan het gamen. Maar het baarde me nooit echt zorgen. Zo kwamen er regelmatig vriendjes spelen en deden ze bijvoorbeeld Wii Sports hier in de woonkamer. Later kreeg hij een PlayStation en speelde hij daar veel op met zijn vrienden. Maar nu hij in de tweede van de middelbare zit en er nooit meer vrienden over de vloer komen, maak ik me zorgen.”
Ook voordelen
Christiaan is intelligent en mag na de basisschool naar het gymnasium. “Een mooie uitdaging voor hem, want op de basisschool ging alles hem makkelijk af. Mede hierdoor zocht hij uitdaging in de games die hij speelde. Ik zag er aanvankelijk dan ook veel voordelen in. Gamen heeft niet zo’n goede reputatie, maar dat is niet helemaal terecht… Gamen stimuleert probleemoplossend denken, samenwerking, creativiteit en doorzettingsvermogen bij kinderen en jongeren, en kan sociale contacten versterken. Dit is bij Chris zeker het geval. Ook dat laatste. Er is alleen een probleem: hij heeft alleen maar online vrienden.”
Vriendjes thuis
Op de basisschool nam Chris regelmatig vriendjes mee naar huis. “Zijn klasgenootjes waar hij sinds groep 1 bij in de klas zat. Heel vertrouwd dus. Maar hij is de enige die na de basisschool naar het gymnasium gaat en hij kent daar dus niemand. Chris had moeite met het maken van vrienden en na school nam hij nooit iemand mee naar huis. In het begin vond ik dat logisch; hij zat daar net op school en moest nog mensen leren kennen. Als hij thuiskwam ging hij direct naar zijn kamer, maakte zijn huiswerk en zette daarna zijn computer aan.”
Zorgen
Als Chris op zijn kamer zit te gamen, hoort Rosalie veel gepraat uit zijn kamer komen. “Hij speelt online met mensen van over de hele wereld. Hierdoor spreekt hij vloeiend Engels en dat is leuk om te horen. Maar ik maak me er wel steeds meer zorgen over dat er bij ons thuis nooit vrienden langskomen. Laatst vroeg ik wie hij wilde uitnodigen op zijn verjaardag en toen zei hij dat hij het niet wilde vieren. Dat maakte me erg verdrietig…”
Vriendinnetje in Canada
Rosalie besluit aan Chris te vragen wie zijn beste vrienden zijn. “Hij noemde een paar namen die ik nog niet eerder had gehoord. Chris vertelde dat het geen jongens en meisjes van school zijn, maar online vrienden. Ze spreken elkaar dagelijks én Chris heeft zelfs een vriendinnetje: Joanna. Joanna is even oud als Chris en woont in Canada. Ze hebben elkaar nog nooit ontmoet, maar noemen elkaar wel girlfriend en boyfriend. Volgens Chris is daar niks geks aan.”
Weinig persoonlijk
Als Rosalie stiekem meeluistert naar de gesprekken tussen Chris en zijn online vrienden, merkt ze dat ze het vooral over de games hebben. “Er worden weinig persoonlijke dingen besproken. Maar goed: welke puberjongen doet dat wel? Ik weet niet goed of ik me zorgen moet maken over het feit dat Chris geen vrienden heeft waar hij ook fysiek mee kan afspreken. Het lijkt me heel eenzaam, maar hij ervaart dat niet. Chris drukt me op het hart dat hij gelukkig is zo en dat hij op een dag met Joanna wil afspreken. Maar ja… De vraag is hoe en wanneer. Ik laat hem écht niet in zijn eentje naar een vreemd meisje in Canada gaan. En ik ga er vanuit dat haar ouders daar hetzelfde over denken.”
Is dit problematisch?
Rosalie vraagt zich af hoe andere ouders dit zien. “Wie heeft een kind dat een rijk sociaal leven heeft dat zich 100 procent online afspeelt? Is dat problematisch? Dank voor het meedenken!”
Afbeelding: Freepik
L van Beers -
Een meisje uit Canada. Tuurlijk. En hij gelooft dat. En jij gelooft dat. Tuurlijk.
Hij maakt zijn huiswerk en zet dan zijn computer aan. Tuurlijk.
Wie kan er nog huiswerk maken zonder de computer te gebruiken.
Dat een kind van 13, 14 jaar weinig of niets meer vertelt over de (schoo)dag: niks vreemds: heel gewoon tijdens puberen.
Tweede jaar op middelbaar onderwijs? En je maakt je nu AL zorgen?