Mikkie is backoffice medewerker bij een middelgroot bedrijf. “Ik werk hier nu precies vijf jaar en heb het reuze naar mijn zin. De balans tussen mijn werk en privéleven is perfect, mijn collega’s zijn leuk en ik kan hier doorgroeien. Geen reden om te klagen toch? Nou, sinds kort wel dus. En ik vraag me af of mijn baas dit überhaupt van mij kan vragen?”
Loodzwaar
Na haar opleiding verpleegkunde zag Mikkie het niet zitten om in het ziekenhuis aan de slag te gaan. “Loodzwaar is het! Niet alleen de nachtdiensten en de lange werkdagen, maar ook om zo veel rond zieke mensen te zijn. De opleiding heb ik afgemaakt, maar wel besloten om niet als verpleegkundige te gaan werken. Voor nu niet in ieder geval.”
Mijn roeping
Via via kan Mikkie aan de slag als backoffice medewerker. “Mijn roeping! Ik maak offertes op, heb contact met klanten die vragen hebben en help indien nodig andere collega’s. Veel mensen om mij heen zeggen dat het ze saai lijkt, maar ik vind het juist fijn dat ik vaste werktijden heb en ’s avonds, in het weekend en op feestdagen vrij ben. En maak ik een fout? Dan is het vaak op te lossen. Zo was dat in het ziekenhuis absoluut niet.”
Nieuwe regel op kantoor
Ondanks dat Mikkie heel blij is met haar baan, baalt ze van een nieuwe regel op kantoor. “Omdat het lastig is om goed personeel te vinden, werken hier nu steeds meer expats. Het grootste deel komt uit Frankrijk. Ze zijn super vriendelijk en nemen het werk serieus, maar ze spreken geen Nederlands. En daarom is het sinds vorig jaar verplicht om Engels met elkaar te praten op de werkvloer.”
Meer energie
Mikkie spreekt een behoorlijk woordje Engels, maar een ster is ze er zeker niet in. “Ik kan me heus wel verstaanbaar maken, maar ik kom gewoon lekkerder uit mijn woorden in het Nederlands. Als ik naar het Engels moet wisselen komt alles er nét wat minder soepel uit. Het kost me veel meer energie en de kans dat ik fouten maak wordt groter.”
Doen ze daar toch ook niet?
Door de krapte op de arbeidsmarkt begrijpt Mikkie dat het bedrijf waar ze werkt personeel uit het buitenland moet halen. “En ik wil dan ook best Engels praten met diegene. Maar wel op de voorwaarde dat zij hun best doen om Nederlands te leren. Stel: ik ga in Frankrijk werken. Dan wisselt daar toch ook niet het hele kantoor van het Frans naar het Engels, speciaal voor mij?”
Ook in de pauze
Ook tijdens de lunchpauze verwacht de baas van het personeel dat er Engels gesproken wordt. “We eten met z’n allen aan lange tafels. En ja; er zitten mensen tussen die geen Nederlands spreken. Onze baas wil dat de expats zich welkom voelen en dat ze actief kunnen deelnemen aan het gesprek. Maar hij lijkt te vergeten dat de pauze geen werktijd is en ik dus ook niet betaald krijg. Waarom mag hij dan wel kiezen welke taal ik spreek? Na zo’n pauze ben ik vaak vermoeider dan daarvoor.”
Achter haar bureau
Omdat Mikkie geen zin heeft om ook in haar pauze de hele tijd Engels te spreken, eet ze nu vaak achter haar bureau. “Niet gezellig, ik weet het. Maar dan heeft mijn hoofd tenminste even rust en kan ik ontspannen. Als ik moet nadenken over elk woord en elke zin, voelt het niet als pauze. Er zijn nu meer mensen die dat doen. Zo jammer dat we door deze nieuwe regel ons niet allemaal meer thuisvoelen op kantoor.”
Cursus Nederlands
Het valt de baas van Mikkie op dat ze moeite heeft met de nieuwe regel. “Hij stelt zich open en begripvol op. Maar puntje bij paaltje blijft hij van mij verwachten dat ik Engels spreek op de werkvloer. Ik heb een tijd geleden voorgesteld dat het bedrijf een cursus Nederlands aan de expats aanbiedt. Hij zou daarover nadenken, maar ik heb er niks meer van gehoord.”
Afbeelding: cottonbro studio via Pexels
Marie-Rose terryn -
KAN ME OOK NIET VOORSTELLEN DAT DE Franstaligen vloeiend Engels spreken. Nederlandse bijscholing is zeker een pluspunt.