Nee, verwend is Alyn (32) nooit geweest. Haar moeder riep altijd dat kinderen moesten helpen in huis en dat je zo respect leerde. Maar nu Alyn volwassen is, lijkt haar moeder dat principe net iets anders te interpreteren. “Ze wil dat ik wéér haar was doe. Niet een keertje, niet incidenteel, maar structureel. Ik heb er simpelweg geen zin in. En toch voel ik me schuldig als ik nee zeg.”
Onzichtbare verwachtingen
Als kind al voelde Alyn de verantwoordelijkheid die haar moeder haar oplegde. “Ik was altijd degene die hielp. De afwas, de boodschappen, het opvouwen van de was: het hoorde gewoon bij mijn taken. Mijn broer hoefde bijna niets te doen. ‘Jij kan dat beter’, zei mijn moeder dan. Dat maakte me trots, maar ook onzeker. Ik had het gevoel dat ik moest presteren om liefde te verdienen.” Nu, jaren later, zijn die onzichtbare verwachtingen er nog steeds. “Soms lijkt het alsof mijn moeder ervan uitgaat dat ik er ben om alles op te lossen. Alsof ik nog steeds dat brave meisje ben dat ja knikt en doet wat haar gevraagd wordt.”
De grens verschuift
Vooral de laatste maanden is het uit de hand gelopen. Alyn’s moeder is begin zestig, nog vitaal, rijdt auto en heeft geen fysieke beperking. “Maar toch vraagt ze me steeds vaker om dingen te doen die ze prima zelf kan: haar was, haar bed verschonen, haar winterkleding naar zolder brengen. Het begint klein, maar de grens schuift steeds verder.” Aanvankelijk deed Alyn het allemaal zonder morren. Gewoon omdat ze het gewend was. “Je gunt je moeder toch een beetje gemak? Tenminste, zo praatte ik het goed. Maar toen merkte ik dat ik me begon te ergeren zodra ze belde. Ik voelde weerstand in mijn lijf. Een soort verstikking.”
Schuldgevoel als strategie
Wat het moeilijk maakt, is hoe haar moeder reageert als Alyn aangeeft geen tijd te hebben. “Dan zucht ze diep en zegt ze: ‘Ja… nee… je hebt het druk, hoor. Ik red me wel, denk ik.’ Maar aan alles voel ik dat ze hoopt dat ik toch maar ja zeg.” Het is een strategie die Alyn van vroeger kent. Schuldgevoel als opvoedmiddel. “Vroeger, als ik iets niet wilde, werd mijn moeder stil. Niet boos. Stil. En dan voelde ik me zó slecht dat ik alsnog deed wat ze wilde. Dat gevoel zit diep.” Nog steeds heeft ze moeite om grenzen te stellen. Ze is bang om haar moeder teleur te stellen, bang om beschuldigd te worden van ondankbaarheid, bang dat haar moeder haar afwijst zoals vroeger.
De rolverdeling in het gezin
Wat de situatie nog frustrerender maakt, is dat haar broer zich nergens mee bemoeit. “Hij zegt letterlijk: ‘Mam moet gewoon zelfstandiger worden.’ Maar hij hoeft nooit iets te doen. Mijn moeder vraagt het hem niet eens.” Dat knaagt. Het bevestigt voor Alyn het oude patroon dat haar hele jeugd kleurde: zij is de verantwoordelijke dochter, hij de zoon die vrijuit gaat. “We zijn allebei volwassen, maar de regels uit ons ouderlijk huis gelden blijkbaar nog steeds.”
Het omslagpunt
Het moment waarop het voor Alyn te veel werd, kwam onverwachts. “Ik was net thuis van een lange werkdag en kreeg een appje: ‘Kun je morgen even mijn was meenemen? Ik heb het zó druk…’ Ze is met pensioen. Ik stond met mijn jas nog aan in de gang en voelde opeens: dit wil ik niet meer.” Toch zei ze die avond niks. Pas later, toen ze met een vriendin sprak, hoorde ze zichzelf zeggen: “Waarom moet ík altijd voor haar zorgen?” Haar vriendin keek haar verbaasd aan. “Altijd? Jij bent toch niet haar huishoudster?” En dat raakte Alyn. “Ineens zag ik hoe scheef het allemaal was.”
Het gesprek dat nooit gevoerd wordt
Alyn weet dat ze met haar moeder moet praten, maar durft het bijna niet. “Ik wil geen ruzie. Het idee dat mijn moeder teleurgesteld raakt, maakt me misselijk. Ik krijg dan dat oude gevoel terug: dat ik iets fout doe.” Maar ondertussen schuurt het van binnen. Ze voelt irritatie, frustratie, ook verdriet. “Ik wil een normale moeder-dochterrelatie. Gewoon gezellig samen koffie drinken, niet dat dienstbare gedoe.” Toch vermijdt ze het onderwerp telkens. Bang voor stilte, bang voor die blik die zegt: je stelt me teleur.
Wat de toekomst brengt
Alyn weet dat als ze niets zegt, het nooit verandert. “Dan blijf ik de rest van mijn leven haar was doen. En dat wil ik níet.” Ze begint langzaam te beseffen dat grenzen stellen geen teken van ondankbaarheid is, maar van volwassenheid. “Een vriendin zei: ‘Je moeder heeft jou opgevoed. Dat was haar taak. Jij hoeft nu niet de rol van ouder voor haar te nemen.’ Dat zette me aan het denken. Ik hoef dit niet allemaal te dragen.” Toch voelt ze de loyaliteit knagen. De liefde voor haar moeder is er absoluut. “Ik wil er voor haar zijn, echt. Maar ik wil dat het vrijwillig is. Niet uit plicht of schuld.”
Voor het eerst overweegt ze om hulp te zoeken—voor zichzelf. “Misschien is het goed om te praten met iemand die mij kan helpen grenzen te stellen. Want diep vanbinnen weet ik: als ik dit niet verander, blijf ik vastzitten in het meisje dat altijd ja zegt, zelfs als ze nee voelt.” “Ik wil mijn eigen leven leven”. Voor nu probeert Alyn kleine stappen te zetten. “Laatst zei ik: ‘Mam, deze week lukt het niet, maar misschien kan ik je helpen plannen wanneer jij het kunt doen.’ Ze zuchtte. Ze zei dat het jammer was. Maar ze werd niet boos.”
Photo by Michał Bińkiewicz on Unsplash
