“Hè, lekker, het is echt Sinterklaas-weer”, spint mijn moeder. Sinterklaas-weer?! Hoezo? Het is koud, grijs en het miezert. “Precies”, grijnst mijn moeder, “Sinterklaas-weer dus.”
Sinds mijn boenders er zijn, ‘doen’ we weer aan Sinterklaas. Eigenlijk vind ik het huichelachtig. Ik lieg tegen mijn kinderen. Ik nam me voor toen mijn oudste werd geboren, dat ik nooit maar dan ook nooit zou dreigen met Sinterklaas. Ik heb me daaraan gehouden. Bijna ging het mis. Mijn jongste was tot voor kort onafscheidelijk met zijn speen. Ik vond dat het tijd werd dat hij daar nou eens mee zou stoppen. Geen haar op dat kleine kleuterhoofdje die daar aan dacht. Het was oktober en ik dacht: “Als die snuiter uit Spanje er is, dan geven we zijn speen aan hem mee.” Ik was nogal content met deze briljante inval. Het was niet nodig; een paar weken terug viel zijn speen in de wc, de oudste viste ‘m eruit met een schaar en gooide ‘m in de prullenbak. “Zo, dat is klaar. Nu heb je geen speen meer. Hoeft ook niet, je bent nu toch groot”, stak mijn oudste mijn kleinste een riem onder zijn hart. Een week heeft ie nog om zijn speen gejengeld en nu taalt hij er niet meer naar. Ook weer opgelost. Later slaakte een vriendin een zucht van verlichting toen ze van mijn snode speen-plannen hoorde. “Dat moet je nooit, maar dan ook nooit doen. Je moet Sinterklaas niet als dreigmiddel gebruiken”, vond ze. Ik grijnsde.
Maar nu Sinterklaas. “Zeg mam”, vroeg mijn oudste terwijl ie vier doperwten aan zijn vorkje probeerde te rijgen, “wie zit er eigenlijk in Sinterklaas?”. Ah. Terwijl er door mijn hoofd schoot: prachtig moment om de Sinterklaas-klucht uit de doeken te doen, zag ik mijn wederhelft van kleur verschieten. Bovendien schudde ie met zijn hoofd. “Ik denk dat er een grote man in zit”, ging mijn oudste verder. “Dat denk ik ook, hij heeft immers een lange baard”, antwoordde ik terwijl ik de appelmoes doorgaf. Mijn oudste leek tevreden met mijn antwoord en zong ’s avonds boven zijn zweet-gymp zijn longen uit zijn lijf.
Sinterklaas beloonde zijn gezang met pepernoten. En het boek Sinterklaas geschreven door Charlotte Dematons. Ik aasde al een paar jaar op dit boek en vond het nu een mooi moment het in dat veel te kleine schoentje van mijn oudste te proppen.
En zo zitten we op zondagochtend met zijn drieën, mijn oudste, kleinste en ik, om half zes ’s ochtends op de bank. We zoeken ons een ongeluk naar de lievelingspoes van Sinterklaas, zijn schimmel, het snoeppietje. Ik ben jaloers op Dematons; wat kan zij tekenen! Elke plaat is een feestje. We knagen de pepernoten op. De gordijnen zijn nog dicht. Ik weet het zeker: het is vast echt Sinterklaas-weer buiten….
BESTEL DIT BOEK OP BOL.COM
Karin van Leeuwen (41) jaar is in between jobs, maar drukker dan ooit. Heeft twintig jaar voor kranten gewerkt en schrijft nog steeds veel. Ze woont samen met Robert Brekelmans en hun twee boenders Bob en Tom in ’t Gooi. Naast schrijven is lezen een grote hobby. De andere passie is sporten; heel wat uurtjes brengt zij door in de sportschool om een spinning-, pump-, of bodybalanceles te volgen. Sinds kort is ze regelmatig op het voetbalveld te vinden om het team van haar oudste te coachen.
Lees hier de persoonlijke blog van Karin: www.kaleeuw.blogspot.com