Wat een weelde. Alles komt goed. Zaten we vorig jaar in een dik pak sneeuw met gladde toestanden, hoe heerlijk is het dit jaar? Gewoon zon, krokussen die alvast naar boven zijn geklommen, vrolijke dikke volgevreten vogels die niet naar voedsel hoeven te zoeken. Ik zeg: in een rechte lijn naar de lente. Hoe moeilijk kan het zijn? Regen? Prima! Maar laat die sneeuw en ijzel maar zitten dit jaar.
Door die aangename temperaturen en die zon, zijn mijn hersenen ook een beetje in de war. Paniek in mijn grijze massa. Op de kalender is het februari, buiten april. ‘Wat nu?’, vragen mijn hersenen zich paniekerig af. De oudste en wijste hersenkwab biedt soelaas: ‘Gewoon signaal voorjaar afgeven.’ Dat doen mijn hersenen braaf. Dus wat doe ik? Precies! Schoonmaken! Een frisse wind en natte dweil door de kamer van mijn oudste om te beginnen. In de kamer van mijn oudste is het al weken oorlogsgebied. Kan het kind niets aandoen, ik stamp van alles in zijn kamer onder het mom ‘even parkeren, ga het straks opruimen’. Dat gebeurt dus niet. Maandagochtend negen uur. Ik ben er klaar voor. Systematisch aan de slag. Gordijnen eraf. Vitrage eraf. Hopsa in de wasmachine. Halverwege zakt de moed me in mijn schoenen. Ik weet niet waar ik moet beginnen. Ik spreek mezelf toe, sta weer op en ga door. De inbouwkast bewaar ik voor dinsdag. Dat is teveel op een dag. Dat overleef ik niet.
Met frisse moed doe ik dinsdag de kast open. Vijf volgestampte planken met zooi. Dat is wat ik zie. Ik haal die vijf volgestampte planken leeg en gooi alles op de grond. Ik ga erbij zitten en sorteer. Stapeltje: Kan Weg. Stapeltje: Kringloop. Stapeltje: Weggeven. Stapeltje: Weet Niet. En tenslotte: Stapeltje: Bewaren. Dat is de belangrijkste. Deze stapel blijft hoog, wat ik ook doe. Erger is nog, dat ik alles bekijk. Heel goed bekijk. En lees. Heel goed lees. En zo lees ik driftig het bevallingsrapport van mijn oudste. Ik lees over de aaneenschakeling van weeën, het tijdstip van brekende vliezen, en het tijdstip van zijn geboorte. En dat terwijl ik die bevallingstoestanden had geblokt uit mijn hersenen. Als vrouwen mij vragen naar mijn bevallingen, haal ik steevast mijn schouders op en mompel iets van: “Ach, dat is zo lang geleden, geen idee.” Dat is geen desinteresse, welnee, dat is zelf bescherming. Bij sommige gebeurtenissen moet je niet te lang stilstaan. Doorrrrr… en dat doe ik. Nu heb ik zijn eerste pakje in mijn handen. Maatje 44. Het was zo’n kleine kabouter, vijf weken eerder dan gepland, mijmer ik wat. Maatje 44. Nog even en dat is zijn schoenmaat! Van mijn jongste vind ik de navelklem met een stukje streng. Gadverdamme. Ik bewaar ook echt alles. Als ik de doos Hoera 1 jaar! heb doorgeworsteld en alle kaarten voor de eerste verjaardag van mijn oudste heb gelezen, schrik ik. Het is goddomme al hartstikke laat en de troep is groter dan ooit. Het zweet breekt me uit. Wat te doen? Alles weer op die vijf planken proppen? Nee! Dan is alles voor niets geweest. Opeens weet ik het. Ik pak mijn cameraatje en maak van alle spullen die zeer doen als ik ze weggooi, maar waarvan bewaren echt belachelijk is, een foto. Daarna leg ik het de spullen op de juiste stapeltjes.
Ik kan me nu al verheugen op de dag dat heel mijn huis keurig fris opgeruimd en geordend is en ik op mijn comfortabele bank eens op mijn gemak foto’s ga kijken. Van al die spullen die ik niet meer heb. Ik vermoed, nee ik weet zeker, dat ik bij het zien van sommige foto’s mezelf wel voor mijn kop kan slaan. Had ik het maar niet weggegooid! Maar: gelukkig hebben we de foto’s nog….
Karin van Leeuwen (41) jaar is in between jobs, maar drukker dan ooit. Heeft twintig jaar voor kranten gewerkt en schrijft nog steeds veel. Ze woont samen met Robert Brekelmans en hun twee boenders Bob en Tom in ’t Gooi. Naast schrijven is lezen een grote hobby. De andere passie is sporten; heel wat uurtjes brengt zij door in de sportschool om een spinning-, pump-, of bodybalanceles te volgen. Sinds kort is ze regelmatig op het voetbalveld te vinden om het team van haar oudste te coachen.
Lees hier de persoonlijke blog van Karin: www.kaleeuw.blogspot.com
Petra van Loo -
Ha die Ka,
Nu begrijp ik waarom jij jouw jongens “Boenders” noemt!
Weer leuk geschreven trouwens, heel herkenbaar.
Kleurrijke en stijlvolle groetjes,
Petra