Isabelle zucht terwijl ze haar handen vouwt in haar schoot. “Ik twijfel of ik mijn huwelijk nog wil redden,” zegt ze zacht. Haar stem trilt, alsof het uitspreken van de woorden een deur opent die ze al te lang dicht heeft gehouden. “Ik heb het zo vaak geprobeerd, vooral voor de kinderen. Telkens slik ik mijn verdriet en gevoelens weg. Maar nu… nu gaat het gewoon niet meer.” Ze vertelt dat haar man David graag wil vasthouden. “Hij zegt steeds dat hij samen in relatietherapie wil. Dat het belangrijk is voor de kinderen. Maar voor mij voelt dat manipulatief. Alsof ik de boeman ben als ik besluit dat ik er genoeg van heb, terwijl hij degene is die regelmatig een scheve schaats rijdt of mij dagenlang nauwelijks een blik waardig gunt.”
Mezelf kwijtgeraakt
Isabelle kijkt even naar buiten, haar ogen volgen de beweging van een passerende auto. “Het is vermoeiend. Ik ben constant bezig met overleven, met zorgen dat alles thuis min of meer normaal blijft voor de kinderen. Maar ondertussen voel ik me leeg. Alsof ik mezelf kwijt ben geraakt in dit huwelijk.” Ze vertelt hoe ze de eerste jaren hoopvol was. “We waren jong, verliefd. Ik dacht dat we samen alles aankonden. Maar langzaam veranderde het. Kleine dingen werden groot, en ik begon mezelf te verliezen. Ik probeerde altijd te praten, te begrijpen, compromissen te sluiten. Maar elke keer als ik dacht dat het beter ging, gebeurde er weer iets waardoor ik me klein voelde.”
Eerlijk zijn
David blijft volgens Isabelle strijden, maar op zijn eigen manier. “Hij wil niet opgeven, en dat klinkt mooi, maar vaak voelt het alsof hij het voor zichzelf doet, niet voor ons. En als ik zeg dat ik wil scheiden, dan draait het altijd om de kinderen. Alsof ik hen iets afneem. Terwijl het eigenlijk al jaren een strijd is die hij niet eerlijk speelt.” Ze neemt een diepe ademhaling en vertelt over een recent moment dat haar aan het denken zette. “David kwam thuis en zei: ‘Laten we het proberen voor de kinderen.’ Maar ik dacht: probeer jij eens eerlijk te zijn voor jezelf. Jij bent degene die niet luistert, die fouten maakt en niet wil voelen wat er speelt. Waarom zou ik dan blijven?”
Een gevangenis
Isabelle voelt zich schuldig over deze gedachten. “Ik wil mijn kinderen niet pijn doen, dat nooit. Maar ik realiseer me steeds meer dat mijn verdriet, mijn gevoel, ook telt. En dat ik mezelf niet kan blijven wegcijferen. Ik ben niet alleen hun moeder, ik ben ook Isabelle. En Isabelle verdient een leven waarin ze zich gezien en gewaardeerd voelt.” Ze vertelt over de innerlijke strijd die haar dagelijks uitput. “Ik voel me verscheurd. Het ene moment wil ik vechten, het andere moment wil ik loslaten. En telkens denk ik aan de kinderen, hoe ze zullen reageren, hoe hun wereld verandert. Dat houdt me vast. Maar soms voelt het alsof ik een gevangenis voor mezelf bouw, waarin mijn eigen geluk geen plaats meer heeft.”
Tijd om los te laten
Isabelle vertelt dat ze lang dacht dat relatietherapie een oplossing kon zijn. “Maar nu weet ik dat therapie ons misschien niet kan redden. Wij hebben allebei onze patronen, onze gewoontes. En zolang David niet bereid is écht te veranderen, voelt het als dweilen met de kraan open.” Toch is er een sprankje hoop. “Ik wil niet zomaar opgeven. Misschien kunnen we nog iets proberen, maar alleen als het eerlijk is, voor ons beiden. Niet alleen voor de kinderen. Als dat niet lukt, dan weet ik dat het tijd is om los te laten, hoe moeilijk dat ook is. Ik wil niet blijven uit schuld of angst. Ik wil leven, volledig, met alles wat daarbij hoort, ook de pijn, ook de twijfel.”
Afbeelding: Freepik

Joris -
Een verhaal heeft altijd twee kanten. Probeer het gewoon eens in plaats van het bij voorbaat af te schrijven.