Ilse (49) is moeder van vier pubers, doet vrijwilligerswerk, speelt fanatiek tennis en zit ook nog eens in de gemeenteraad. Ze is druk, maar heeft altijd tijd voor anderen. “Ik ben zo iemand die aan iemands verjaardag denkt als niemand anders het doet. Een kaartje stuurt als iemand zich rot voelt. Of bloemen meeneemt bij een jubileum.” En toch… blijft het stil als het om haarzelf gaat.
Altijd attent
“Het zit in mijn aard,” vertelt Ilse. “Ik hou ervan om mensen een goed gevoel te geven. Als iemand iets viert of juist een moeilijke tijd doormaakt, dan wil ik laten weten dat ik aan ze denk. Niet omdat het moet, maar omdat ik dat belangrijk vind. Dat het leven niet alleen om jezelf draait.” Ilse staat bekend als iemand die attent is. In haar vriendengroep, bij de tennisclub, op school bij de kinderen, zelfs in de gemeenteraad. “Ik vergeet zelden een verjaardag. En als iemand iets bijzonders te vieren heeft, regel ik vaak een cadeau namens de groep. Dan stuur ik een Tikkie rond, schrijf er een leuk kaartje bij en breng het persoonlijk langs.”
Geen kaartje, geen appje
Maar op haar eigen verjaardag blijft het stil. “Natuurlijk, mijn kinderen en man doen hun best. En één goede vriendin belt altijd. Maar verder? Niets. Geen kaart, geen bloemetje, soms zelfs geen appje. En dat steekt.” Ilse haast zich erbij te zeggen dat ze niet boos is. “Ik snap ook dat mensen druk zijn. Iedereen heeft zijn eigen leven, zijn eigen sores. Maar toch… Ik doe zo mijn best om anderen te laten merken dat ik ze zie. En dan doet het pijn als niemand mij ziet.”
Zwaarder dan ze toegeeft
Laatst werd Ilse 49. Een mooie leeftijd vond ze zelf; bijna vijftig, bijna een mijlpaal. “Ik had niks groots gepland, maar hoopte stiekem op iets kleins. Een kaartje, een onverwachte bos bloemen, een berichtje van iemand waarvan ik het niet verwacht. Maar het bleef stil. En dan ga ik toch denken: zou iemand het eigenlijk wel weten?” Ze lacht een beetje ongemakkelijk. “En dan weet ik ook wel: misschien hebben ze het gezien en gedacht ‘ik stuur straks iets’ en dan komt het er niet van. Maar het doet me meer dan ik zou willen.”
Te onzichtbaar
Ilse vraagt zich af of het aan haarzelf ligt. “Misschien kom ik zo over van: ‘Ik red me wel’. Omdat ik altijd alles regel en zelden iets terugvraag. Misschien denken mensen dat ik het niet nodig heb. Dat ik zo’n sterke vrouw ben die altijd doorgaat.” Maar dat is niet hoe zij zich voelt. “Natuurlijk red ik me. Maar dat betekent niet dat ik geen behoefte heb aan gezien worden. Aan een klein teken van aandacht. Gewoon iemand die zegt: ‘Ik dacht aan je.’”
Onzichtbare verwachtingen
Het ongemakkelijke is: Ilse zegt er nooit iets van. “Ik wil niet zeuren. En ik wil zeker niet dat mensen het idee krijgen dat ik alleen iets geef om er iets voor terug te krijgen. Want dat is het echt niet.” Maar ergens is er wél een verlangen. “Dat het een keertje vanzelf komt. Dat iemand uit zichzelf bedenkt: Hé, Ilse doet altijd zo veel voor anderen, laat ik haar nu eens verrassen.” Ze haalt haar schouders op. “Maar blijkbaar gebeurt dat niet. En dan ga je toch nadenken: moet ik dit aankaarten? Of moet ik het loslaten?”
Bespreekbaar maken?
Tot nu toe heeft ze het nooit besproken. “Ik heb het één keer een beetje geprobeerd, in een grapje verpakt. Iets gezegd als: ‘Nou, ik wacht nog op m’n verjaardagskaartje, hoor!’ Maar dat werd weggewimpeld met een lach. En toen dacht ik: laat maar.” Ilse is bang dat het klein wordt gemaakt. Dat mensen zeggen: “Jij bent toch niet zo’n type dat daar waarde aan hecht?” Terwijl ze dat juist wél doet. “Ik hoef geen groot feest of dure cadeaus. Maar gewoon weten dat iemand even aan me denkt, dat maakt het verschil.”
Wat nu?
Ze overweegt om het toch voorzichtig aan te kaarten, bij een vriendin of iemand van de tennisclub. “Niet om te klagen, maar meer om eerlijk te zijn. Misschien snappen ze het niet, omdat ik het nooit laat merken. Misschien moeten mensen gewoon weten dat ik het ook nodig heb, die aandacht.” Aan de andere kant wil ze haar eigen verwachtingen ook onder de loep nemen. “Misschien moet ik er niet op rekenen. Gewoon blijven doen wat ik belangrijk vind — attent zijn, geven om anderen — zonder iets terug te verwachten. Maar eerlijk is eerlijk: ik hoop nog steeds dat iemand een keer aan míj denkt, zonder dat ik erom hoef te vragen.”
Afbeelding: Freepik
Joris -
Heel herkenbaar. Ik ben ermee gestopt iedereen en z’n moeder te feliciteren als het eenrichtingsverkeer was. Een keer vergeten kan best, maar het is 2025; iedereen heeft een agenda (en de meesten in mijn kring een digitale – die kan gewoon een een x-moment vooraf een reminder sturen) – dus elk jaar vergeten is een kulargument. Eén iemand presteerde het om een week later te appen “ik zit nu te schijten en zie je naam op de verjaardagskalender staan”. Dan ben ik ook klaar met je – je bent 51 weken te vroeg.