Wat ben ik blij dat ik geen 18 meer ben! Oké, natuurlijk mis ik mijn zorgeloze leventje van toen, waarin ik geen hypotheek hoefde te betalen, kinderen hoefde te verzorgen en kon eten wat ik wilde. Maar, één ding staat als een paal bovenwater: wij hadden geen coronavirus, waardoor we verplicht aan huis gekluisterd waren. De jongeren van nu hebben dat wel en uit het hoge aantal besmettingen onder deze groep, blijkt wel dat het thuisblijven lastig is…
Open brief
Een brief gepubliceerd in het AD, plaatst alles weer even in perspectief. De 94-jarige Jan Hoek uit Rotterdam schrijft een brief over zijn jeugd en dat kwam bij mij hard binnen. Hij roept jongeren op zich aan de regels te houden en vertelt over alle ellende die hij als jong-volwassene meemaakte. Lees mee!
“Ik ben in 1925 geboren en ben ook jong geweest. Wel in een rottijd. In 1940 brak de oorlog uit, ik werd dat jaar 15. Toen ik 17 werd kreeg ik een oproep voor de arbeidsdienst. Op reclameaffiches stond een jongeman afgebeeld in een groen uniform met een spa, om het stoer te maken. Zijn naam was Koenraad. Aan de oproep heb ik geen gehoor gegeven. De avondklok was inmiddels ingevoerd: na 20.00 uur mocht je niet meer naar buiten. In november 1944 was de grote razzia van Rotterdam: mannen van 17 tot 40 jaar moesten naar buiten en werden afgevoerd naar Duitsland om tewerkgesteld te worden. Mijn broer en ik gaven daar geen gehoor aan. Maar de buren stonden voor de deur, en dreigden ons aan te geven. Achteraf nam ik ze het niet kwalijk, zij hadden kleine kinderen. En er werd gedreigd de huizen in brand te steken als ze je zouden vinden. Ik zei tegen mijn moeder: ‘We gaan wel, we zijn zo terug’. Dat duurde voor mij zeven maanden. Mijn broer kon ontsnappen, dat is bij mij mislukt. De bevrijdingsfeesten waren praktisch al voorbij. Al snel stond mijn oude werkgever voor de deur. Of ik weer bij hem wilde komen werken. Helaas deed de regering kort daarna een oproep voor de dienstplicht, ik werd goedgekeurd en in juli 1946 kwam ik in militaire dienst. Op 1 oktober vertrok ik naar Nederlands-Indië. Geen leuke tijd, ik probeer die nog steeds te vergeten. In oktober 1949 keerden we terug. Ik werd kort daarop 25. Jongelui, wat ik wil zeggen: wij waren tien jaar van onze jeugd kwijt. Probeer nou nog een klein jaar de rug recht te houden. Dan kun je na klein jaar waarschijnlijk weer volop van je jonge leven genieten. Ik ben 94 jaar, maar ik reken op jullie”, schrijft van Jan Hoek uit Rotterdam.
#JanHoek, 94 jaar. De schrijver van de Brief van de Dag in @ADnl. Misschien wel de Brief van het Jaar. Lees! ???????? pic.twitter.com/4fmmhEzaI2
— Eugène Litamahuputty ???? (@Eus70) August 9, 2020
Samen verantwoordelijk
Dat komt wel binnen he? De jeugd van tegenwoordig heeft het zo slecht nog niet. We hopen dat deze brief weer een beetje bijdraagt aan het besef dat we met elkaar verantwoordelijk zijn voor het onder controle krijgen van het virus.