Als kind hadden de ouders van Babs al de grootste moeite om haar te voeden. “Toen ik een half jaar oud was en mijn moeder begon met het geven van fruit- en groentehapjes begon de ellende. Aanvankelijk dacht ze dat ik gewoon niet wilde eten omdat ik het nog niet begreep, maar toen ik met 12 maanden nog steeds geen fruit en groenten at, heeft ze het op het consultatiebureau aangekaart.” Hier krijgt de moeder van Babs te horen dat ze zich geen zorgen hoeft te maken en gewoon rustig moet doorgaan.
Rood en wit eten
Als Babs vier is en eigenlijk gewoon met de pot mee zou moeten eten, heeft ze al zeer specifieke voedselvoorkeuren. “Mijn moeder moest mijn eten op een bepaalde manier op mijn bord leggen. Wit en rood eten wilde ik wel eten, maar groen eten absoluut niet.” Zo bleef er weinig over wat Babs wil. “Ik at vaak pasta met tomatensaus, bloemkool, yoghurt met aardbeien of een boterham met jam. Echt lekker vond ik het niet, maar mijn ouders hielden vol dat ik deze rode en witte dingen wel moest eten.”
Toen Babs ouder werd, werden haar ouders strenger. “Ik was acht jaar toen ze mij aan tafel hielden totdat ik mijn bord leeg had. Ze wisten dat ik op school al mijn eten weggooide en dat ik hierdoor een kleine groeiachterstand kreeg. Het gekke is dat mijn school er nooit onder heeft geleid, maar thuis was het alles behalve gezellig tijdens de maaltijden.” Door de volhardendheid van de ouders van Babs krijgt ze elke dag voldoende voedingsstoffen binnen.
Meer vrijheid
Op de middelbare school krijgt Babs meer vrijheid en dus ook meer vrijheid in wat ze wel en niet eet. “Langzaam maar zeker verloren mijn ouders de controle en bepaalde ik zelf wat ik at. Vaak nam ik in de ochtend een bakje yoghurt, in de pauze een tosti met kaas en ’s avonds at ik beperkt mee.” De schoolvriendinnen van Babs hebben niet echt door dat ze er een zeer beperkt dieet op nahoudt. “Al mijn vriendinnen aten vrij ongezond als ze op school waren. Het enig verschil tussen hun en mij was dat ik écht niks lekker vond en zij het gewoon leuk vonden om tosti’s en worstenbroodjes te eten”
Wanneer Babs op haar twintigste uit huis gaat, wordt haar dieet nog beperkter. “Voor mij was het geweldig! Weg bij mijn ouders en wonen met huisgenoten in Groningen. Ik kon helemaal zelf kiezen wat ik deed en at. In het begin at ik nog wel wat dingen die ik thuis bij mijn ouders moest eten, maar na drie maanden was dit al helemaal uit mijn systeem. Ik at vanaf dat moment alleen nog maar yoghurt en pizza.”
Geen vrienden
De huisgenoten van Babs valt het in het begin niet op dat Babs alleen maar pizza en yoghurt eet. “Je weet hoe dat gaat met studenten, ze zijn vooral aan het feesten en letten niet bepaald op hun voeding.” Pas na een half jaar begint het ze op te vallen dat Babs nooit met ze wil koken, nooit met ze mee uiteten wil en ook op de universiteit niet samen wil lunchen. “Ze dachten dat ik ze niet aardig vond en daarom niet met ze wilde omgaan. Niet waar natuurlijk, maar ik durfde niet goed te vertellen dat ik eigenlijk niks lekker vond.” Het lukt Babs tijdens haar studententijd niet goed om echt vrienden te maken.
Na haar afstuderen verhuist Babs voor haar werk naar Rotterdam. “Ik heb me toen voorgenomen meer aansluiting te zoeken, maar dat is tot nu toe niet gelukt. Ik werk bij een super leuk bedrijf met veel jonge mensen die ook privé regelmatig met elkaar omgaan, maar ik durf gewoon niet mee naar etentjes en borrels. Ik ben bang dat ik eten moet afwijzen en dat mensen me onbeleefd vinden. Het is echt super gênant om alleen op yoghurt en pizza te leven. Het is een constante strijd die zich in mijn hoofd afspeelt… Ik wil wel meer eten, maar ik kan het gewoon niet.”
Naar de huisarts
Al maanden neemt Babs zich voor om hulp bij de huisarts te zoeken. “Het lijkt wel een soort angststoornis te zijn. Alleen al denken aan het eten van een stuk biefstuk of een roos broccoli geeft me een gevoel van paniek. Mijn ouders en één vriendin van de middelbare school van vroeger, weten hoe het zit. Zij steunen me en zeggen dat ik het op mijn eigen tempo moet doen. Soms hoop ik stiekem dat iemand me dwingt hulp te zoeken, anders ben ik bang dat ik het nooit zal doen.”
Melani -
Dit klinkt inderdaad als Arfid. En daar zijn ook behandelingen voor maar het is nog vrij onbekend. Hopelijk kun je hier iets mee