Vivienne (52) en Jannie zijn al sinds hun twaalfde beste vriendinnen. Ze leerden elkaar kennen op de middelbare school, werden onafscheidelijk en bleven dat ook toen ze ieder hun eigen leven opbouwden. Terwijl Vivienne naar een rustig dorp verhuisde, bleef Jannie wonen in de stad, in dezelfde buurt waar ze opgroeiden. Een typische volkswijk: druk, gezellig, iedereen kende elkaar. “Twintig jaar geleden speelden er heus al sociale problemen,” vertelt Vivienne, “maar er hing nog steeds een gemoedelijke sfeer. Je voelde je er welkom.” De buurt veranderde langzaam. En niet de goede kant op.
Van levendig naar zorgelijk
Vivienne merkte in de loop der jaren dat het steeds minder prettig werd om Jannie op te zoeken. “Waar je vroeger nog kinderen zag touwtje springen en buren voor de deur zag kletsen, zie je nu vooral groepjes jongeren die hangen, blowen en schreeuwen. De laatste keer dat ik er was, zag ik een ruzie op straat die bijna uit de hand liep. En onlangs was er nog een steekpartij om de hoek. Het voelt gewoon niet meer veilig.” Ze is voorzichtig met haar woorden, want ze houdt van Jannie, maar ze kan niet ontkennen dat ze tegenwoordig met tegenzin naar die buurt rijdt. “Meestal nodig ik Jannie daarom bij mij thuis uit. Dat is voo een eindje rijden, maar ze vindt het nooit erg. Ik denk dat ze zelf ook wel merkt dat haar buurt achteruit is gegaan.”
Bekrast en aangeslagen
De laatste keer dat Vivienne bij Jannie op bezoek ging, was ze net een paar weken in het bezit van haar nieuwe auto. “Een prachtige donkerblauwe stationwagen waar ik zó trots op ben,” zegt ze. Ze parkeerde hem op de parkeerplaats naast Jannies flat. “Er stond een groepje jongens vlakbij. Ze staarden terwijl ik uitstapte. Ik voelde me echt bekeken.” Toen ze ’s avonds terugliep naar de auto, zakte haar hart. “Er zat een gigantische kras over de hele zijkant. Zo’n diepe, waarvan je meteen weet: dit wordt een dure grap. Er zat geen briefje, niks. Gewoon vandalisme.” Vivienne stond met tranen in haar ogen naast haar auto. “Ik was zó boos en verdrietig. Niet alleen omdat mijn auto beschadigd was, maar omdat het zo respectloos voelt. Alsof iemand gewoon expres iets wil kapotmaken.” Jannie reageerde geschrokken en voelde zich schuldig, terwijl ze er natuurlijk niets aan kon doen. “Ze zei honderd keer ‘sorry’, maar ik wilde haar niet opzadelen met mijn frustratie. Zij woont daar, zij moet met die onveiligheid leven. Dat vind ik eigenlijk nog veel erger.”
Onveilig gevoel
Wat Vivienne het meest dwarszit, is het onveilige gevoel dat ze steeds vaker ervaart. “Ik voel me eigenlijk continu alert als ik daar ben. Laatst liep ik naar Jannies voordeur en hoorde ik jongeren schreeuwen bij de parkeerplaats. Er werd gegooid met blikjes. Ik schrok me kapot. Die hele sfeer… je voelt gewoon dat het niet klopt.” Ze merkt dat ze dit gevoel probeert weg te drukken om Jannie niet te kwetsen. “Ze kan er weinig aan doen. Het is haar huis, haar leven. En ze woont er ook al zolang. Wat moet ze anders?” Toch knaagt het.
Twijfel: eerlijk zijn of niet?
Vivienne vraagt zich af of ze Jannie eerlijk moet vertellen dat ze zich er niet meer prettig voelt. “Soms denk ik: gewoon zeggen. Ze kent me al veertig jaar, ze zal het vast begrijpen. Maar iets houdt me tegen. Het voelt namelijk alsof je iets negatiefs zegt over iemands thuis. En dat is zo persoonlijk.” Ze wil Jannie niet het gevoel geven dat ze ‘te min’ is of dat haar leven niet goed genoeg is. “Ik weet dat zij die buurt nog steeds ziet door de bril van vroeger – haar jeugd, de herinneringen, de nostalgie. Voor haar is het meer dan een plek. En ik wil dat niet afkraken.” Aan de andere kant wil Vivienne zichzelf ook beschermen. “Ik kan niet blijven doen alsof ik me er veilig voel. En ik wil ook niet nog eens een kras op mijn auto, of erger.” De twijfel maakt haar onrustig. Ze wil de vriendschap goed houden, maar ook eerlijk zijn over haar grenzen.
Hoe nu verder?
Vivienne probeert voor zichzelf helder te krijgen wat ze belangrijk vindt. “Ik wil Jannie blijven zien, natuurlijk. Ze is mijn vriendin. Maar misschien moet ik aangeven dat ik me niet zo fijn voel in haar buurt. Niet om haar te kwetsen, maar omdat het echt zo is.” Ze denkt aan hoe Jannie waarschijnlijk zou reageren. “Eigenlijk weet ik wel dat ze begripvol zou zijn. Ze weet zelf ook dat er dingen gaande zijn in de wijk. Misschien lucht het haar zelfs op als ik erover begin.” Toch blijft het spannend. “Je wil iemand niet afvallen. En zeker niet iemand die zo’n belangrijke rol speelt in je leven.”
Afbeelding: Freepik
