Saskia had altijd uitgekeken naar het oma worden. “Ik was door het dolle heen toen mijn zoon en zijn vrouw hun eerste kindje kregen,” vertelt ze. “Ik wilde hen steunen, er voor hen zijn en natuurlijk zoveel mogelijk tijd met mijn kleinkind doorbrengen.” In het begin ging alles goed. Saskia paste regelmatig op en kookte soms een maaltijd als ze zag dat het jonge gezin het druk had. “Het voelde zo vanzelfsprekend om te helpen. Dat deed mijn moeder ook toen ik zelf net kinderen had.” Toen er een tweede kindje kwam, werd het nog gezelliger. “Ik dacht: nu kunnen ze mijn hulp helemaal goed gebruiken. En eerlijk gezegd vond ik het heerlijk om zoveel mogelijk deel uit te maken van hun leven.”
De eerste wrijving
Na een paar maanden begon Saskia te merken dat haar schoondochter, Marleen, wat afstandelijker werd. “Ze reageerde kortaf als ik tips gaf, zoals over hoe lang de baby moest slapen of welk eten handig was. Ik dacht: ik heb het zelf ook allemaal meegemaakt, waarom zou ik mijn ervaring niet delen?” Het werd pijnlijk duidelijk toen Saskia tijdens een oppasdag opmerkte dat de kinderen wel erg laat naar bed gingen. “Marleen zei: ‘Saskia, ik waardeer je hulp, maar dit soort opmerkingen voelen voor mij alsof je ons bekritiseert.’ Dat kwam hard aan. Ik wilde juist meedenken, niet bekritiseren.”
Een ongemakkelijk gesprek
Niet lang daarna vroeg Marleen of ze eens konden praten. “Ze zei dat ze het gevoel had dat ik me soms te veel met hun keuzes bemoeide. Dat ik dingen overnam zonder te vragen. Ik schrok daarvan, want ik had helemaal niet door dat het zo overkwam.” Saskia voelde zich gekwetst, maar ook verdrietig. “Ik wilde nooit tussen hen in komen te staan. Het laatste wat ik wil, is dat mijn zoon het gevoel heeft dat hij moet kiezen tussen zijn vrouw en zijn moeder.”
Praten met haar zoon
Toch liet het haar niet los. Een week later nam ze haar zoon apart, tijdens een moment dat Marleen niet in de buurt was. “Ik vroeg hem: ‘Voel jij dat ook zo? Dat ik te veel doe of zeg?’ Hij zei dat hij het allemaal wel meevond vallen, maar dat het voor Marleen belangrijk was dat zij het gevoel had de regie te hebben.” Die reactie stelde haar maar half gerust. “Het voelde een beetje alsof hij haar woorden napraatte. Alsof hij bang was om het met mij eens te zijn. Soms heb ik het gevoel dat hij onder de plak zit. Hij was vroeger een vrije geest, maar nu checkt hij alles bij haar. Dat vind ik moeilijk om te zien.”
Balans zoeken
Sinds dat gesprek probeert Saskia bewuster om te gaan met wat ze zegt en doet. “Ik vraag nu altijd eerst of ze mijn hulp willen. En ik slik mijn advies soms gewoon in, ook al sta ik te popelen om het te geven.” Toch blijft het lastig. “Als ik zie dat de kinderen tot laat opblijven of dat ze iets eten waarvan ik denk: dat is niet zo gezond, dan moet ik echt op mijn tong bijten. Maar ik weet dat ik hun band moet respecteren.”
Hoop op betere tijden
Saskia hoopt dat de spanning langzaam verdwijnt. “Ik wil dat mijn kleinkinderen me kennen als een lieve, warme oma – niet als iemand die altijd kritiek heeft. En ik hoop dat Marleen op een dag ziet dat alles wat ik doe uit liefde komt, ook al voelt het voor haar soms te veel.” En diep vanbinnen hoopt ze dat haar zoon ooit weer wat meer zijn eigen stem laat horen. “Ik gun hem dat hij keuzes durft te maken die hij zélf wil, en dat hij zich niet altijd aanpast om de lieve vrede te bewaren. Want als hij eerlijker kan zijn, wordt het voor ons allemaal makkelijker.”
Afbeelding: Freepik
Joris -
Als ze je advies willen, zullen ze er wel om vragen, toch? Het ongevraagde advies komt ze de keel uit. Jammer dat je dat er niet uithaalt.