De bel gaat. Sanne kijkt op de klok: half negen ’s ochtends, op haar vrije dag. Ze weet al wie er voor de deur staat. Haar moeder. Zonder bericht, zonder aankondiging. “Ze heeft de gewoonte om zomaar langs te komen, op momenten dat het haar uitkomt,” vertelt Sanne. “Soms op een doordeweekse avond, soms vroeg in de ochtend. Het maakt haar niet uit of ik nog in mijn pyjama loop of dat we net met de kinderen aan het ontbijt zitten.”
Routine overhoop
Aanvankelijk vond Sanne het nog gezellig. Haar moeder met koffie aan de keukentafel, een praatje, even spelen met de kleinkinderen. “Maar hoe vaker het gebeurde, hoe meer ik me eraan begon te storen. Mijn hele ochtendroutine ligt dan overhoop. En vaak heeft ze ook nog een mening over hoe ik dingen doe.”
Kritiek in kleine dingen
Het zit ‘m niet alleen in het onverwachte bezoek. “Ze kan commentaar geven dat goedbedoeld klinkt, maar toch steekt,” zegt Sanne. “Als ze zegt: ‘O, geef je de kinderen alweer broodbeleg? Bij mij kregen jullie altijd fruit in de ochtend.’ Dan voel ik me meteen schuldig, alsof ik het niet goed doe.” Die opmerkingen lijken klein, maar stapelen zich op. “Na een halfuur voel ik me vaak opgejaagd en onzeker, terwijl ik juist behoefte heb aan rust.”
Gesprekken met haar partner
Sanne’s man Erik ziet het ook gebeuren. “Hij zegt vaak: ‘Je moet grenzen stellen.’ Hij kan er beter tegen dan ik. Soms staat hij gewoon op en gaat verder met zijn werk, terwijl ik blijf hangen in het gesprek en me druk maak.” Toch vindt Sanne het moeilijk om streng te zijn tegen haar moeder. “Ze bedoelt het niet kwaad. Ze mist ons, dat weet ik. Ze woont alleen sinds mijn vader is overleden en ik snap dat ze gezelschap zoekt. Maar waarom altijd onaangekondigd?”
De druppel
Een paar weken geleden liep het uit de hand. Sanne had een vriendin op bezoek. Ze zaten samen in de tuin met koffie toen ineens de poort openzwaaide. “Daar stond mijn moeder, met een tas boodschappen. Ze zei: ‘Ik dacht, ik kom even helpen met de was.’ Ik voelde me zó ongemakkelijk. Mijn vriendin keek verbaasd, ik bloosde, en de rest van het gesprek was ik de draad kwijt.” Na afloop zei haar vriendin: ‘Je moet dit echt met haar bespreken.’ En ook Erik zei: ‘Dit kan zo niet langer.’
Het schuldgevoel
Toch worstelt Sanne met een schuldgevoel. “Ik wil haar niet het gevoel geven dat ze niet welkom is. Ze heeft het moeilijk alleen, en ik ben haar dochter. Maar ik voel me gevangen tussen haar behoeften en die van mijn eigen gezin.” Ze merkt dat ze zelfs soms bang is om naar huis te gaan, uit angst dat haar moeder alweer binnenstapt. “Dat is toch niet gezond? Ik wil thuis ontspannen zijn, niet op mijn hoede.”
Een gesprek aangaan
Ze probeerde het voorzichtig aan te snijden. “Ik zei: ‘Mam, het is fijner als je eerst even appt of belt.’ Maar ze lachte het weg. ‘Ach joh, ik ben je moeder, ik hoef toch niet op afspraak te komen?’ Toen voelde ik me weer dat kleine meisje dat niet tegengesproken kan worden.” Sindsdien durft Sanne het niet opnieuw aan te kaarten. “Ik denk steeds: volgende keer lukt het wel om rustig te blijven. Maar elke keer dat de bel onverwacht gaat, krijg ik stress.”
De wens voor balans
Wat Sanne het liefst wil, is een middenweg. “Ik wil dat ze welkom blijft, maar met respect voor ons leven. Dat ze snapt dat we niet altijd openstaan voor visite, hoe lief bedoeld ook. Het zou zoveel lucht geven als ze gewoon eerst even een berichtje stuurt.”
Hoopvol moment
Toch zijn er ook mooie momenten. Laatst, toen Sanne ziek op de bank lag, appte haar moeder uit zichzelf: ‘Zal ik wat soep langsbrengen?’ Dat voelde anders. “Omdat ze vroeg. En omdat ik ja kon zeggen. Het was fijn, warm en precies goed. Toen dacht ik: zo wil ik het. Dat er ruimte is voor contact, maar niet opdringerig.” Sanne zucht als ze eraan denkt. “Ik weet dat ik dit gesprek ooit echt moet voeren. Voor mijn rust, voor mijn gezin. Maar voorlopig duw ik het nog even vooruit. Misschien hoop ik dat ze het zelf opmerkt. Al weet ik eigenlijk wel beter.”
Afbeelding: Freepik


Joris -
Wat Sanderien zegt. Grenzen stellen. Gesprek voeren. Even doorbijten. Komt goed.