Omdat ik het voorrecht heb drie dagen per week in dezelfde ruimte als Mara en Sandra te mogen werken voelt het soms alsof ik een volwaardige collega van ze ben, zonder ook maar een letter op papier te hebben gezet voor Damespraatjes. Op de achtergrond geniet ik altijd volop mee van ‘the making of’ Damespraatjes, word ik meerdere keren per week voorzien van verse muntthee van Sandra en geeft Mara me onmisbare tips over hoe zelf zongedroogde tomaten te maken. Alsof dat niet al bijzonder genoeg is gaven ze me ook de kans om een recensie voor ze te schrijven over een historische roman van Matthias Rozemond over de middeleeuwse schilder Jeroen Bosch: ‘De Duivelskunstenaar’, geschreven ter gelegenheid van het Bosch 500-jaar.
Den Bosch, voorjaar 1481. Jeroen van Aken komt na zeven jaar straatarm terug uit Venetië. Hij trekt voorlopig in bij zijn oudere broer Goessen, die getrouwd is met Jeroens jeugdliefde Kathelijne. Zij haalt Jeroen over weer te gaan schilderen: het drieluik waar zijn broer geen gat in ziet. De aantrekkingskracht tussen Jeroen en Kathelijne is onverminderd groot. Maar hij worstelt met zijn gevoelens en twijfelt aan zijn talent. Wanneer het laatste paneel van het drieluik zijn voltooiing nadert, staat Jeroen voor een onherroepelijke keuze.
Dit was voor mij een goede stok achter de deur omdat ik het heerlijk vind om te lezen en me helemaal in een boek te verliezen, maar daar doorgaans te weinig aan toekom. Als ik een boek oppak dan is dat liefst eentje met een groot wegdroom-gehalte, en dat heeft ‘De Duivelskunstenaar’ zeker.
De middeleeuwen spreken altijd tot de verbeelding en Rozemond speelt hier goed op in; hij schetst een enorm kleurrijk beeld van het leven van de bekendste Nederlandse kunstenaar uit deze donkere tijd. Binnen de 15e-eeuwse setting komen de hoofdpersonen, de vrijgevochten Kathelijne en tegendraadse Jeroen, wel erg hedendaags over en is er geen sprake van Middeleeuwse man-vrouw verhoudingen. Echter creëert Rozemond hierdoor wel gelijkwaardigheid tussen de twee, waardoor de liefdesrelatie herkenbaarder wordt voor een 21-eeuwse vrouw zoals ikzelf. Ook al zijn de redenen waarom Jeroen en Kathelijne realistisch gezien nooit samen kunnen eindigen tijdsgebonden (scheiden was uiteraard ondenkbaar, en je echtgenoot verlaten voor diens jongere broer natuurlijk al helemaal), het niet kunnen gaan voor de liefde omdat er teveel in de weg staat is van alle tijden. Een minder verstandig of getalenteerd mens zoals ikzelf zou in zo’n geval naar de fles grijpen of wanhopig op andere plekken liefde zoeken, deze hoofdpersoon stort zich vol op het schilderen. En dat is maar goed ook, want dit is juist de periode dat hij zijn meesterwerk maakt.
Niet alleen wordt ‘De tuin der lusten’ uitgebreid beschreven in het verhaal, ook op de omslag van het boek kunnen we het belangrijkste werk van Jeroen Bosch bewonderen. Zo kan je als lezer met eigen ogen zien wat Rozemond ook beschrijft, namelijk dat Bosch zijn tijd ver vooruit was wat betreft zijn mening over de kerk en het geloof. Wat een stichtelijk drieluik had moeten worden is een weergave van het paradijs zonder de zondeval, compleet met orgies en exotische dieren. Jeroen Bosch had een fascinatie met het lelijke van de mens; in dit drieluik heeft hij dit echter losgelaten en het menselijke op een idyllische manier weergegeven, vergelijkbaar met hoe Matthias Rozemond dit verhaal over hopeloze liefde uit de donkere Middeleeuwen tot leven heeft gewekt.
Dit boek heeft een beetje hetzelfde effect op me als wanneer ik Guus Meeuwis over zijn thuis-provincie hoor zingen; ik kom er zelf niet vandaan, en toch voel ik me er een beetje verbonden met Brabant door. Rozemond’s roman is dan ook niet alleen een aanrader voor Bossenaren die stil willen staan bij het Bosch-500 jaar, maar voor iedereen die zich even wil verliezen in een schilderachtig liefdesverhaal.
De Duivelskunstenaar door Matthias Rozemond is onder andere verkrijgbaar bij Bol.com en kost € 19,99
Deze recensie werd geschreven voor Marjolijn Hekelaar.