Mijn boenders waren twee weken terug jarig. Tussen de verjaardag van de jongste en de oudste zit precies acht dagen. Dit jaar wist mijn kleinste voor het eerst in zijn barre bestaantje dat ie jarig was. Dat komt zo. We hebben het hem nooit verteld. Omdat we de verjaardagen op één dag schoven om het vervolgens te vieren. Ik houd enorm veel van mijn familie, maar om het hele zwikkie twee keer in acht dagen tijd weer in een kring rond de leverworst en blokken kaas te positioneren gaat me net even te ver.
Maar nu kan mijn oudste lezen. “Mam. Maham!”, roept hij vanaf de wc. Hij vraagt me of het klopt dat zijn broertje zondag jarig is. Dat krijg je als hij de kalender op de wc kan lezen. Ik vertelde mijn kleinste dat hij inderdaad zondag jarig was, dat hij van mij en papa een cadeautje kreeg, maar dat het grote feest een week later was. Samen met zijn grote broer. Gek genoeg maakte hij er geen toestand van.
Die verjaardag is altijd een heel gedoe. Of nou ja gedoe, georganiseer. Want ik vind het heerlijk als iedereen er is, maar de aanloop er naar toe is een taaie. Hoeveel mensen komen er? Wat voor een weer wordt het? De fik in de barbecue? Ja toch?! Oké, bij regen bakken we onder het afdakje en anders, hotsa, in die koekenpan die lappen vlees. Taart. Taart. Een grote taart. Check. Besteld. Wat geven we de gastsmurfen mee als ze het feestje verlaten? Een zak snoep! Voor onderweg. Weten we zeker dat ze misselijk worden.
Ik sjouw, sleep en trek alle boodschappen binnen. Fiets van hot naar her. Beantwoord mailtjes en telefoontjes van familieleden en vrienden. De meest gestelde vraag: “Wat willen de jongens voor hun verjaardag hebben?” Geen idee. Ze hebben alles al. Vorig jaar antwoordde ik kennelijk verschillende keren ‘klei’ op die vraag. Het gevolg: mijn kleinste kreeg 6 pakken Play Doh klei. Als de visite binnenkwam, herkende hij aan de vorm van het cadeautje de inhoud en weigerde het uit te pakken. Ik probeerde het vlot te trekken, grijnsde vriendelijk naar de gever en kon mijn kleinste geen ongelijk geven. Vermoedelijk wordt dit een traumaatje. Maar dat zien we dan wel weer. Eerst die verjaardag. Ondanks mijn overzichtelijke lijstjes, die ik keurig heb genummerd, vergeet ik van alles. Weer spring ik op mijn fiets en hark de vergeten boodschappen bij elkaar. Ik ben uitgeput. Doodmoe. En dan moet het feest nog beginnen.
Ik zak in de bank met een smakelijke cappuccino. Zucht diep. En opeens realiseer ik me dat De Man en ik nog helemaal geen cadeautje voor die bloedjes hebben. Als ik ze ophaal van school, vraag ik tussen neus en lippen door naar hun wensen. Ik verwacht dat ze grote pakken Lego, een skelter, nieuwe fiets, iPad en weet ik wat nog meer willen hebben. Niets van dat al. Bijna in koor antwoorden ze: “Een Zorgenvriendje, mam.” Een wat? “Een Zorgenvriendje.” Het zweet breekt me uit. Wat is een Zorgenvriendje? Ben ik niet hun Zorgenvriendje dan? Ze schudden hun hoofd. “Dat is een knuffel in een gekke vorm met een mond als rits. Je kunt je zorgen aan hem vertellen en die eet ie dan op”, legt mijn oudste het fenomeen uit. Mijn hart breekt. Wat een schatjes zijn dit toch. Gelukkig relativeert mijn kleinste het prachtige moment. “Maar ik wil ook een scheetjeskussen.”
Karin van Leeuwen (41) jaar is in between jobs, maar drukker dan ooit. Heeft twintig jaar voor kranten gewerkt en schrijft blogs voor Damespraatjes. Ze woont samen met Robert Brekelmans en hun twee boenders Bob en Tom in ’t Gooi. Naast schrijven is lezen een grote hobby. De andere passie is sporten; heel wat uurtjes brengt zij door in de sportschool om een spinning-, pump-, of bodybalanceles te volgen. Sinds kort is ze regelmatig op het voetbalveld te vinden om het team van haar oudste te coachen. De andere blogs van Karin op Damespraatjes vind je hier
Lees hier de persoonlijke blog van Karin: www.kaleeuw.blogspot.com
Foto Karin: gemaakt door Tom Brekelmans
Petra van Loo -
Ka, wat heb je dit weer hilarisch geschreven!