Britt en Tim hadden het weekend bij zijn ouders doorgebracht. Het was bedoeld als gezellig samenzijn, een paar dagen weg van de drukte van hun appartement in de stad. Tim’s ouders wonen in een oude woning net buiten het dorp, knus maar met een zekere ouderwetse charme. “Het is altijd fijn bij hen,” zei Tim. “Ze zijn lief, je voelt je er meteen welkom.”Britt glimlachte, maar merkte meteen de kleine verschillen met hun eigen huishouden. De badkamer rook anders, de handdoeken lagen opgestapeld maar niet verschoond zoals bij hen thuis, en de keuken was gezellig maar behoorlijk rommelig. Ze negeerde het, zich vastklampend aan het idee dat het belangrijk is voor Tim om soms daar te logeren.
Het eerste teken
De eerste nacht sliepen ze in het logeerbed van Tim’s ouders. Het bed voelde zacht en uitnodigend, maar Britt voelde de volgende ochtend een lichte jeuk op haar polsen en tussen haar vingers. “Misschien gewoon droge huid,” dacht ze. Ze krabde nauwelijks en probeerde het te negeren. Maar gedurende de dag werd het erger. Haar handen en polsen stonden rood en de jeuk verspreidde zich langzaam. “Ik dacht eerst dat het stress of iets onschuldigs was,” zegt Britt. Maar ’s avonds, terwijl ze lag te wrijven over haar armen, dacht ze: Of… zou het daar begonnen zijn? Ze herinnerde zich de zachte dekens, de kussens die ze had gebruikt, het bed dat wel verschoond werd, maar bij twijfel: hoe vaak en op welke temperatuur?
Twijfel en onzekerheid
Britt durfde er niet over te beginnen. Tim lachte als ze voorzichtig haar zorgen uitte. “Schurft? Kom op, Britt, dat is onzin,” zei hij. “Mijn ouders zijn altijd zo geweest, en ik heb er vroeger nooit last van gehad.” Britt wilde hem geloven, maar het knaagde. Het is verschrikkelijk. De jeuk ’s nachts werd intenser. Ze krabde constant en werd wakker met rode plekken. “Misschien is het echt niets,” fluisterde ze tegen zichzelf, maar tegelijkertijd voelde ze een paniek opkomen. Wat als het erger wordt?
Het gesprek met Tim
Een paar dagen later, thuis in hun appartement, besloot ze het opnieuw aan te kaarten. “Tim… ik weet dat je zegt dat het onzin is, maar ik denk serieus dat ik schurft heb,” zei ze voorzichtig. Tim keek haar aan, fronste, maar bleef kalm. “Britt, ik begrijp dat je je zorgen maakt. Maar echt, mijn ouders… die zijn al jaren zo. Ik heb nooit iets gehad.” Britt zuchtte. “Ik weet het, maar ik kan dit gevoel niet negeren. Ik heb die jeuk sinds het logeerweekend. En de plekken… ik weet niet.” Ze voelde zich wanhopig, bang dat hij haar zorgen niet serieus nam, maar ook schuldig dat ze het überhaupt suggereerde.
Het telefoontje naar de huisarts
Uiteindelijk belde ze de huisarts. “Ik vermoed dat ik schurft heb,” zei ze, haar stem zacht en nerveus. De assistente stelde vragen: waar de jeuk zit, hoe lang het al duurt, of ze in contact was geweest met anderen. Britt dacht aan het logeerbed, de smuzelige dekens, de handdoeken. Wat als het echt van daar komt? vroeg ze zich af. Ze kreeg een afspraak en instructies: kleding en beddengoed op hoge temperatuur wassen, handen vaak wassen, contact vermijden waar mogelijk.
De confrontatie met de ouders
Britt voelde zich schuldig, maar besloot later voorzichtig te bellen naar Tim’s ouders. “Ik wilde het op een nette manier zeggen,” vertelt ze. “Gewoon informeren, niet beschuldigen. Ik zei: ‘Let op je huid en handen, en ga naar de huisarts als je iets merkt.’” Ze hoorde aan de andere kant de bekende warme stemmen, bezorgd en vriendelijk: “Ach meis, dat zal wel meevallen. We letten altijd wel op schoonmaken.” Britt wist dat de hygiënenormen van de oudere generatie niet te hard kon bekritiseren, maar ze voelde zich opgelucht dat ze hen niet kwaad had gemaakt.
Nooit meer
Wat Britt misschien nog lastiger vond dan haar schoonouders inlichten, was dat ze tegen Tim moest zeggen dat ze écht schurft heeft opgelopen bij haar schoonouders. “Hij is dol op zijn ouders en ik weet dat hij dit heel erg vindt. Toch heb ik het hem verteld en ook meteen gezegd dat ik zijn ouders al heb gesproken. Hij moest even slikken en werd rood. Hij bood zijn excuses aan dat hij had ontkend dat het daar vandaan kwam. Ook moest hij toegeven dat het huis van zijn ouders inderdaad misschien minder schoon is dan hij altijd dacht…” Britt neemt haar schoonouders niks kwalijk. Maar daar nog een keer logeren? No way!”
Afbeelding: Freepik


