Vrouwen tussen de 30 en 60 jaar oud krijgen elke vijf jaar een oproep om een uitstrijkje te laten maken. In dit Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker wordt onderzocht of je een (voorstadium) van baarmoederhalskanker hebt. Het uitstrijkje vindt plaats in de huisartspraktijk en wordt uitgevoerd door de huisarts of doktersassistente.
Uitslag van het uitstrijkje
Bij het uitstrijkje wordt er een monster van de cellen van de baarmoederhals genomen. Dit monster wordt ter onderzoek naar het laboratorium gestuurd. Hier wordt onderzocht welke cellen er aanwezig zijn en hoe ze eruit zien. Uit dit onderzoek komt een Papuitslag en/of een KOPACuitslag. Aan de hand van deze uitslag zal worden bepaald of er vervolgonderzoek moet plaatsvinden of dat je pas over vijf jaar hoeft terug te komen voor een nieuw uitstrijkje.
Eerder contact met de huisarts
In de meeste gevallen is het uitstrijkje gewoon goed en zal je dus pas over vijf jaar terug hoeven te komen voor een herhaling van het onderzoek. Toch moet je in de tussentijd alert blijven op signalen die erop wijzen dat het verstandig kan zijn om al eerder contact op te nemen met je huisarts.
In een aantal gevallen neem je buiten het reguliere Bevolkingsonderzoek Baarmoederhalskanker contact op met je huisarts:
- Bij klachten van tussentijds bloedverlies
- Bij bloederige afscheiding
- Bij bloedverlies na geslachtsgemeenschap
- Wanneer je het om een andere reden niet vertrouwt
Contact met je huisarts
Kortom: houd ook zelf alles tussen de uitstrijkjes in goed in de gaten. Heb je ergens het gevoel dat er iets niet goed is, twijfel je aan de bovenstaande informatie of heb je verder nog vragen? Neem dan contact op met je eigen huisarts.
Praat mee
Heb jij ooit tussen twee uitstrijkjes contact opgenomen met je huisarts? Praat met ons mee in de reacties onder dit artikel. Wij zijn altijd erg benieuwd naar jullie gevoelens en ervaringen.
