To & Ko Aflevering 8: Psychiaters
Lodderig keek hij op van zijn hazeslaapje: "Psychiaters? Wat doen die eigenlijk?"
To kietelde hem:"Die maken je beter nadat ze duidelijk hebben gemaakt dat je ziek bent, terwijl je dat niet wist. Ze willen geld verdienen door je heel verdrietig te maken en als je dan weer vrolijk hoopt te worden gaan ze aldoor praten wat je daar allemaal voor moet doen. Ik ben altijd vrolijk, zelfs als ik verdrietig had moeten zijn. Want ik haat psychiaters. Ze gaan zeggen hoe jij bent. Dat moet ik zelf weten. Of leren. Maga Zijn gaat naar zo’n nurt, eens in de week. Hij verdient driehonderd euro aan een uurtje Maga laten praten. Ik laat haar nooit aan het woord, want wat ze zegt gaat echt nergens over. Ze kletst maar door over liefde, over haar eerste man die haar nam tegen haar zin en ik denk dan heel simpel: "Daar was je toch zelf bij". Ko je mag toch tegen een man zeggen dat je nu even een boekje wil lezen of zo? Je hoeft toch niet altijd goed te vinden dat ze aan je lichaam zitten?
Vriendschap
Ko geeuwde en knikte gelaten: "Iedereen moet iedereen proberen zichzelf te zijn en te blijven. Dan hoef je ook nooit iemand anders iets te verwijten. Je hoeft niet bang te zijn To, ik zal nooit aan je gaan zitten en zeker niet als jij dat niet wilt. Ik vind meisjes eigenlijk helemaal niet zo aantrekkelijk. Misschien ben je wel leuk, maar dat moet ik nog gaan ontdekken. Seks dat weet je meteen, dat hangt om iemand heen. Vriendschap is iets anders, dat moet je echt opbouwen.
To kijkt hem met wijd opengesperde ogen aan: "En familie?"
Ko grijnst: "Die ken je al lang voor je ze leerde kennen. Familie moet je eigenlijk vergeten, maar dat gaat nooit lukken. Familie is je schaduw, die je meeneemt waar je ook naar toe gaat".
De zon
To tuit haar lippen: "Waar schaduw bestaat, komt zon".
Ko krabt achter zijn oor: "Was alles maar zo simpel. Misschien bedoelde iemand die de wereld begon, het wel zoals jij zegt. Soms kan de zon zo branden dat er geen schaduw meer begint en soms zie je jezelf in een silhouet, een afbeelding op de weg voor je huis, terwijl er geen zon te bekennen valt. Dan is er de maan of een straatlantaarn. De zon schijnt alleen wanneer ze wil en nooit als wij het vragen.
To zingt haar liedje
O zon, kijk op ons neer
O zon, jij bent dichtbij onze lieve heer,
Jij weet waar het over gaat
Terwijl je ons hier met brandende vragen achterlaat.
O zon, vertel het verhaal
O zon, van ons gezeik of kabaal
Zodat we alles begrijpen
En eindelijk volgens de natuurwetten kunnen rijpen
O zon, waarom die bunker
O zon, daar in de duinen van een meneer
Die er nu een kot van maakt
Omdat hij zo aan de toppen van zijn kunnen raakt.
O zon, mensen zijn nietig
O zon, dat maakt ze zo verdrietig
En ze willen meer leven
Maar moeten eerst van alles leren te geven.
O zon, als je er een dagje niet zou zijn
Waren wij ineens verloren en klein
Dan zouden we om je smeken
En hadden we allang in ons zelf gekeken,
Om te leren hoe we je aanbidden en omarmen
Om te begrijpen dat wij onszelf aan jou warmen.
Auteur Renée de Haan, tekeningen Mirjan van de Hel
Meer over Renée en Mirjan
Lees ook deel 1
Lees ook deel 2
Lees ook deel 3
Lees ook deel 4
Lees ook deel 5
Lees ook deel 6
Lees ook deel 7