fb

Insect richt bloedbad aan op Karins linkerbeen

Als ik thuiskom van een proefles bootcamp, laat ik de warme waterstralen over mijn lijf lopen. Zonder erbij na te denken krab ik aan de binnenkant van mijn linkerbeen. Vlakbij mijn voet. Ik was mijn haar en droog me af.

’s Avonds lig ik in bed. Ik ben kapot. De spierpijn die ik vandaag voel, is morgen tien keer zo erg. Ik vrees dat ik mijn bed de volgende ochtend niet kan uitkomen. Ik lig op mijn rug, overdenk mijn dag. En krijg vreselijke jeuk. Aan de binnenkant van mijn linkerbeen vlakbij mijn voet. Ik inspecteer de plek. Er zit een vreemd blaasje dat er gisteren niet zat.

Kaakjes in mijn been

De volgende dag zitten er drie van die rare blaasjes. Alsof er een beest in paniek is geweest en bij gebrek aan beter zijn kaakjes in mijn been zette. Vervolgens vloog íe via naar mijn enkel om daar ook nog een keer te bijten. Ik vergeet de bulten.

Herpes? Hoedan?!

Aan het eind van de middag doet mijn enkel zeer. Alsof ik er doorheen ben gegaan. “Dat bootcampen doet weinig goeds voor een mens,” denk ik narrig. Ik twijfel of ik moet gaan spinnen. Ik ga. Afstappen kan altijd nog. In de kleedkamer tref ik Sjaan, verpleegkundige in het AMC. Ik laat haar vakkundig licht op mijn bulten schijnen. “Lijkt op herpes.” Herpes?! Hoe dan?! Een herpesuitbraak op mijn enkel. Ik zucht diep. “Het ziet er niet levensbedreigend uit,” kalmeert Sjaan me. Mijn been is inmiddels knalrood en voelt strak aan. En het jeukt als een gek maar krabben is zo pijnlijk dat ik dat uit mijn hoofd laat. “Natte koude oude mannenzakdoek erop leggen, verlicht de pijn,” tipt Sjaan.

Weerstanddingetje

“Oh, weerstanddingetje,” zegt de Alex de spinningmeester. “Moet je even Nestosyl opsmeren. Wat? Heb je dat niet in huis?!” Ik schud mijn hoofd. Mijn thuisapotheek is armoe troef.

Natte kledder

Voordat ik naar bed ga leg ik een natte kledder zakdoek rondom mijn enkel. Voelt inderdaad fijn. De volgende ochtend spring ik in alle vroegte op mijn fiets. Als ik in een weiland zit, bel ik de huisarts. Hij vertrouwt het niet. Wil me zien. “Kun je over een kwartier hier zijn?” Ik zit in Tienhoven, moet naar Hilversum. Red ik niet. Tien voor tien red ik precies. In mijn fietsoutfit laat ik hem het oorlogsgebied op mijn been zien. “Herpes?” vraag ik benauwd. Hij schudt zijn hoofd. Maar wat dan? “Ik denk een insect. En in een van de gaatjes die hij in jouw been prikte is een bacterie gekropen. Ik denk de eerste bult, want daar komt pus uit.” Ieuw.

Mijn tas gevuld met een antibioticakuur en een tubetje Nestosyl, verlaat ik de huisarts om met een oude koude natte mannenzakdoek op de bank te gaan zitten. Want dat zei ie, mijn huisarts. Vooral nooit meer bootcampen. Nergens goed voor. Volgens mij zei hij dat ook….

1 reactie

Arlette van der Kolk -

Oh jee, Karin heb jij weer…. Hang in there. Overigens wel eens met de doc… bootcampen??? Naar en gevaarlijk zo blijkt… ????????

Reageer ook